Vijf jaar na inval IS: Mosul nog steeds in angst

0
336
Christenen in Mosul en omgeving leven vijf jaar na de inval door IS nog steeds in angst. Hoewel de terreurbeweging inmiddels verslagen is, duiken regelmatig kleine groepen IS-strijders op. Ook zijn er door Iran gesteunde milities actief in de regio.

Aanhangers van IS hebben de afgelopen maanden meerdere explosieven tot ontploffing gebracht bij lokale doelen zoals markten. Ook eisten zij onlangs de verantwoordelijkheid voor een aantal branden op. Bovendien steken spanningen van voor de oorlog de kop weer op. Op verschillende plaatsen patrouilleren dagelijks door Iran gesteunde milities als Popular Mobilization Forces door de straten. Zij hebben soms hele dorpen in hun macht.

De Iraakse regering heeft vorige maand aangekondigd inwoners van vijftig dorpen rondom Mosul te gaan bewapenen. Op die manier zouden zij zich kunnen beschermen tegen aanvallen.

Constante angst
Door de onveilige situatie vragen veel christenen die door IS verdreven waren, zich af of ze wel terug moeten keren. Christenen die inmiddels teruggekeerd zijn, hebben het zwaar. Hun huizen en de infrastructuur zijn verwoest en ze leven dagelijks in angst voor aanvallen.
 
Gelijke rechten
De organisaties Open Doors, Served en Middle East Concern dringen er bij de Iraakse overheid op aan dat incidenten met een religieus of etnisch motief geregistreerd worden. In samenwerking met een rechter en een advocaat hebben zij ook een juridisch centrum opgezet, waar christenen voorlichting krijgen over hun rechten.

“Dit centrum is van groot belang voor het waarborgen van gelijke rechten voor christenen in Irak”, vertelt een woordvoerder van Open Doors. “Zo investeren we in het ontwikkelen van hun vaardigheden om zelf voor hun rechten op te komen. We moeten hen niet alleen helpen bij het opbouwen van hun huizen, maar ook bij het opbouwen van een rechtskader.”
Naar schatting wonen er nog maar 200.000 tot 250.000 christenen in Irak. Net na de val van Saddam Hoessein in 2003 waren dat er nog 1,2 à 1,4 miljoen.

Bron: Open Doors