130 Israëlische bedrijven op zwarte lijst VN

0
155
In de afgelopen weken hebben niet minder dan 130 Israëlische bedrijven en 60 internationale bedrijven die actief zijn in Israël een waarschuwingsbrief ontvangen van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, Zeid bin Ra’ ad al-Hussein. De betreffende bedrijven worden ervoor gewaarschuwd, dat ze op een zwarte lijst worden geplaatst van bedrijven die over de ‘groene lijn’ actief zijn.

Afbeelding: Collage van Israëlische bedrijven (van linksboven in met de klok mee): Rami Levi (supermarkten), Egged (busvoervoer), Teva (geneesmiddelen), Coca Cola Israel, Mekorot (water), Bank Hapoalim, Cellcom (mobiele telefonie). (Foto’ s: Nati Shohat, Yonatan Sindel, Sege Attal, Moshe Shai, Mirjam Alster, Lior Mizrachi/Flash90)

Het dagblad Yediot Achronot publiceerde donderdag de namen van de betreffende Israëlische ondernemingen voor de zwarte lijst. Onder hen zijn bekende bedrijven zoals Hot, Cellcom, Partners, Shufersal, Rami Levi, Amisragas, Dor Alon Angel Bakery, Ahava en nog veel meer.
Andere bedrijfsnamen zijn al eerder gepubliceerd door Channel 2, waaronder Bank Hapoalim, Bank Le’umi, Bezeq, Teva, Coco Cola, Mekorot, Netafim, Egged en anderen.
Ook enkele Amerikaanse bedrijven, zoals Caterpillar, Tripadvisor en Airbnb, zullen in de lijst worden opgenomen.

Vrijwel alle Israëlische bedrijven zijn actief in het hele land en bedienen alle klanten, met inbegrip van klanten in Judea en Samaria, in steden als Ma’aleh Adumin, Ariel en ook de stadsdelen in Oost-Jeruzalem zoals Pisgat Ze’ev, Ramot en Gilo.

Hoewel deze zwarte lijst geen enkel juridisch gevolg zal hebben, maakt Israël zich toch zorgen. De publicatie van een dergelijke lijst, die voor december is gepland, zou de BDS-beweging een nieuwe impuls kunnen geven en buitenlandse bedrijven kunnen ontmoedigen om in Israël te blijven investeren, en zo de Israëlische economie schade toebrengen.

Het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken gaat ervan uit dat de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten de namen van Israëlische bedrijven heeft ontvangen van NGO’s die actief zijn in de nederzettingen en onderzoek doen naar de bedrijfsactiviteiten van bedrijven buiten de Groene Lijn (de wapenstilstandslijn na de Onafhankelijkheidsoorlog).

De ondernemingen verzetten zich tegen plaatsing op een zwarte lijst en zeggen dat de lijst politiek gemotiveerd is. Ze noemen daarbij het feit dat er geen zwarte lijsten bestaan voor andere regio’s in de wereld, zoals de Krim of de Westelijke Sahara.

Om de publicatie van deze lijst te torpederen, probeert het Amerikaanse pro-Israëlische American Israel Public Affairs Commitee (AIPAC) in het Amerikaanse Congres een wet te laten aannemen, volgens welke elke onderneming die haar investeringen uit Israël terugtrekt, beschouwd wordt zich te hebben onderworpen aan de Arabische boycot, hetgeen een schending van de Amerikaanse wetgeving zou betekenen.

De voorzitter van de Israëlische telefoon maatschappij Bezeq, Stella Handler, publiceerde twaalf dagen na ontvangst van het bericht van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten een bericht op Facebook. Maar nadat het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken contact met haar had opgenomen, schrapte ze het bericht.

Ze had geschreven: ‘Hier is iets dat de VN-Raad voor de Mensenrechten graag geheim wilde houden. We hebben een mededeling ontvangen van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Mohammad Ali Alnsour. Hij schreef ons dat Bezeq zou worden opgenomen op een lijst van bedrijven die actief zijn op de Westbank. Hij vroeg ons daarom deze informatie vertrouwelijk te houden en geen openbare verklaringen af te leggen.’

‘Eerst nog enige achtergrondinformatie over de VN-Raad voor de Mensenrechten. Sinds de oprichting in 2006 heeft deze 68 besluiten tegen Israël genomen, dat wil zeggen 50 procent van alle besluiten die over een bepaald land zijn genomen. Landen als Noord-Korea, Syrië, Soedan of zelfs Jemen hebben nooit zoveel aandacht gekregen,’ schreef Handler verder op Facebook.

‘We zullen niet meewerken aan een initiatief dat puur anti-Israëlische propaganda is. Ondanks de inspanningen van de VN-Raad voor de Mensenrechten om Israël schade te berokkenen door Bezeq schade toe te brengen, beloven wij ons te blijven richten op waar we goed in zijn, namelijk aan alle Israëlische burgers de beste service bieden, al onze medewerkers een goede arbeidsplaats te garanderen en winst te maken voor onze aandeelhouders. Dit is onze opdracht als communicatiebedrijf van Israël,’ zo besloot ze op haar Facebook-pagina.

Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)