Enquête
009- Israël moet een Palestijnse Staat toestaan.
010-De Palestijnen moeten de Staat Israël erkennen.
De vooroordelen van de UNESCO tegen Israël zijn zo ernstig, dat Jeruzalem geen visum verleent aan vertegenwoordigers van deze organisatie. Het genoemde document laat weer zien dat daar een goede reden voor is, omdat het ‘ernstig betreurt’, ‘zeer bedroefd is over’ en ‘met klem veroordeelt’ dat de ‘bezettende mogendheid’ soevereiniteit uitoefent over de Tempelberg en de Oude Stad van Jeruzalem.
Om een dergelijke verkeerde benaming als Israëls ‘bezetting’ van de Tempelberg te rechtvaardigen, heeft de UNESCO het islamitische verhaal, dat systematisch ieder bewijsstuk uitwist waaruit de Joodse band met de Tempelberg en met het Land Israël blijkt, in zijn geheel aangenomen.
In feite is de ‘Tempelberg’ in het hele document niet één keer genoemd. En alsof de Joodse naam voor deze heilige plaats louter fictie zou zijn, verwijst het document er alleen naar als ‘Al-Aqsa moskee/Al-Haram al-Sharif.’ Zelfs de Westelijke Muur is het slachtoffer geworden van het revisionisme van de UNESCO en is alleen met de islamitische naam ‘Al-Buraq Plein’ vermeld.
Het verhullen van het feit dat de Joodse Tempel honderden jaren in Jeruzalem heeft bestaan, gaat veel verder dan de eis, een Palestijnse Staat op te richten in de ‘bezette gebieden’. Het spreekt immers vanzelf, dat wanneer de heiligste Joodse plaats onder ‘bezetting’ ligt, Israël niets anders is dan een koloniale macht, en dat niet alleen in Jeruzalem, maar in het hele Heilige Land.
Als de Tempelberg geen Joodse heilige plaats is, hoe kun je dan zeggen dat Joden het recht hebben om in plaatsen als Tel Aviv te wonen, die slechts weinig, of helemaal geen Joodse religieuze betekenis hebben? Hieruit volgt, dat als Israël de Tempelberg heeft bezet, heeft het ook Tel Aviv bezet.
De recente excuses van het Britse Labour parlementslid Naz Shah voor een tweet uit 2014, waarin zij voorstelde de Israëlische Joden naar Amerika over te brengen, is slechts het laatste voorbeeld van de manier, waarop deze redenering bij miljoenen mensen tot de conclusie leidt dat Israël in het beste geval een niet-duurzame westerse kolonie is. Daarom zou een twee-staten-oplossing slechts een ‘half huis’ kunnen zijn, een tijdelijke oplossing die leidt naar een eindoplossing waarin Israël ophoudt te bestaan.
Het gevaar van het geldig verklaren van het islamitische/Palestijnse verhaal is al duidelijk sinds Israël in 1967 de controle kreeg over de Tempelberg.
Nathan Alterman, een van de meest gerespecteerde dichters en columnisten van Israël, bekritiseerde in 1970 fel die leden van de Arbeiderspartij die begrip begonnen te tonen voor het idee van een ‘Palestijns volk’.
Alterman signaleerde fijntjes:
‘Door dit kunstmatige idee porren we in een wespennest wat betreft ons bestaansrecht in dit land (…) Op het moment dat we met de nationale Palestijnse fictie instemmen, vanaf dat moment verandert het hele zionisme in een zaak van het roven van een land uit de handen van een bestaand volk. In de mate dat we dit idee helpen vaste voet te krijgen in de wereld, evenals in ons eigen innerlijke bewustzijn, schudden we aan het historische en menselijke fundament van het zionisme, en brengen we het de doodsteek toe.’
‘(…) Als we inderdaad het bestaan van een Palestijns-Arabische natie erkennen, dan zijn niet alleen de ‘bezette gebieden’ Arabische gebieden, waarop we ons bloed vergieten tot aan de onvermijdelijke terugtrekking, maar dan is ook de Staat Israël Arabisch grondgebied (…) Als er een Arabische natie bestaat, die voor zijn land strijdt, dan verliezen onze protesten hun betekenis. Het internationaal recht en de moraal beschouwen terreur als illegaal, zolang we zeggen dat het een tegen ons gericht instrument in de handen van de Arabische landen is. Maar vanaf het moment dat dit het wapen van het Palestijnse volk wordt (…) dat strijdt voor zijn nationale bestaan, zou geen van de afkeurende termen, waarin we hun bloedige acties beschrijven, ons helpen.’
Israël veroordeelt terecht de poging van de UNESCO om de Joodse (Bijbelse) geschiedenis van de Tempelberg uit te wissen. Dit protest klinkt echter hol als – in de naam van realpolitik, Israël zelf strenge beperkingen oplegt aan de Joodse aanwezigheid op de Tempelberg en zich openlijk engageert aan de twee-staten-oplossing.
De bereidheid van Israël, om de Tempelberg over te dragen aan de Palestijnen, wordt door de wereld als bewijs gezien dat deze Staat geen waarde hecht aan zijn eigen historische erfgoed, en dus weinig bestaansrecht heeft.
Het is tijd dat de Israëli’s gaan beseffen, dat zij door de Tempelberg te degraderen tot een stuk onroerend goed, de inspanningen van de UNESCO versterken om te bewijzen dat Israël een koloniale macht is die geen bestaansrecht heeft in het Beloofde Land.
Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)