De boodschap ‘Jezus is een Palestijn’ heeft zich bewezen als effectief propagandamiddel om de christelijke gemeenschap in Israël, die al meer dan vijftig jaar eenparig achter Israël staat, lam te leggen.
De idee van een Palestijnse Jezus werd geïntroduceerd door PLO-leider Yasser Arafat en daarna opgepakt en verder uitgewerkt door andere Palestijnse leiders. Dit gebeurde niet om daarmee de lokale christenen of de Palestijnen een hart onder de riem te steken, maar juist omwille van de islam.
Toen Machmoud Abbas, leider van de Palestijnse Autoriteit, tijdens zijn toespraak op Kerstavond 2014 zei: ‘Wij vieren de geboorte van Jezus, een Palestijn die de boodschap van liefde, gerechtigheid en vrede bracht’, deed hij dat niet om de Messias te eren, maar om een veronderstelde islamitische profeet te propageren.
Wie als christen denkt dat het concept van de ‘Palestijnse Jezus’ geen bedreiging vormt voor Israël of voor christelijke gemeenschappen in de diverse landen van het Midden-Oosten, hoeft alleen maar te kijken naar het lot van de christenen in Israëls buurlanden. Wanneer christenen zo ernstig misleid zijn, dat ze geloven dat de Islamitische Staat (IS) geen afspiegeling is van de ware islam, laten ze dan luisteren naar de wanhopige noodkreet van de Patriarch van Constantinopel. Hij vertegenwoordigt een klein restant zwaar vervolgde christenen, in een stad die eens een grote, krachtige christelijke gemeenschap kende.
Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)