Door ds. Henk Poot – Israëlpredikant
Foto: Christenen voor Israël
Mensen hadden bewondering voor die kleine natie die zich zo dapper staande hield. Christenen zagen daarin ook de hand van God en de vervulling van wat profeten ooit voorzegt hadden. Maar tijden veranderen.
De profeten spreken er ook over dat Israël de smaad van de volkeren zal dragen (Ezechiël 36:6). Dat het Joodse volk alleen zal staan tussen de volkeren en dat ze zal worden afgewezen. Komt dat door wat Israël doet? Natuurlijk is dat het antwoord wat de naties geven, maar in werkelijkheid krijgt Israël een bijzondere behandeling, worden er halve waarheden en hele leugens over haar verteld en vormen die niet de reden maar juist de inhoud van de smaad. Uiteindelijk draagt Israël de smaad van de wereld omwille van Gods naam.
Christus
Bij Christus is dat ook zo. Jezus droeg ook de smaad van de mensen. Hij werd uiteindelijk ook afgewezen. Eerst bewonderd, maar in de laatste dagen met de nek aangekeken en vals beschuldigd. Psalm 69 verwoordt het zo: “Verlos mij, o God, want het water is gekomen tot aan mijn lippen (…) Want om uwentwil draag ik smaad, bedekt schaamte mijn gelaat’ (vers 1 en 8). Dat is zo heftig dat Jezus zelfs tegen zijn meest trouwe discipelen moet zeggen dat zij Hem zullen verlaten.
Ook met Israël
Met Israël is dat ook zo. Als Joden terugkeren uit de verstrooiing kun je daar een mening over hebben, een Bijbelse mening ook. Maar als het Joodse volk of de staat Israël in het midden van de wereld openlijk wordt gehoond en gesmaad wordt, is het anders. Dat gaat aan je zitten, dat kleeft je aan en wie verdraagt dat?
Zo zal het zijn in de laatste uren: zoals het was met de Messias, zal het zijn met zijn volk. Maar onze roeping is het, om ter wille van de Naam van God nu te zegenen, om Israël niet alleen te laten staan, maar troostrijke woorden over haar uit te spreken, ingefluisterd door de Heilige Geest van God die in grote ijver voor Sion ontbrand is (Zacharia 1:13,14). En die straks de smaad van zijn volk voor het oog van de verbijsterde wereld voorgoed zal wegnemen (Jesaja 25:8).
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Israël Aktueel (maandblad Christenen voor Israël).