Volgens de leider van het project, Sa’ar Ganor (foto en video), zou het nu volledig blootgelegde heiligdom op niemand anders dan koning Hizkia wijzen. Nauwkeuriger gezegd: de vondsten in het heiligdom hebben te maken met de religieuze hervorming van Hizkia, zoals beschreven in 2 Koningen 18:4, waar staat dat de koning (Hizkia) de heiligdommen liet vernietigen en de aan de vreemde goden gewijde stenen verbrijzelen en het beeld van de godin Ashera vernietigde.
De hoornen van de twee altaren waren opzettelijk gebroken om de heidense altaren te ontheiligen. Ook de daar aangetroffen toiletten duiden op een toen bekende methode om heilige plaatsen te ontheiligen, zoals voor het eerste genoemd in 2 Koningen 10:27, waar staat: ‘Voorts haalden zij de gewijde steen van Baäl omver en ook de tempel van Baäl haalden zij omver en maakten er beerputten van, tot op de huidige dag.’ Uit onderzoek van de Israel Antiquities Authority bleek dat deze toiletten nooit waren gebruikt, wat aangeeft dat ze alleen voor het ontwijden van de plaats dienden.
De poort laat ook zien, dat de Bijbelse instelling van de ‘Stadspoort’ echt was. Ganor wijst op de goed onderhouden banken, die zich in de kamers van de poort bevonden. ‘Volgens Bijbelse beschrijvingen was de stadspoort de plaats waar alles plaatsvond. De oudsten van de stad, de rechters, de stadhouders, koningen en ambtenaren, allen zaten op de banken bij de stadspoort en die is nu voor het eerst te zien.
Zoals te verwachten haastten de politici zich om de gelegenheid te gebruiken om de band tussen het moderne Israël en zijn Bijbelse verleden te benadrukken. Minister Miri Regev van Cultuur en Sport noemde de ontdekking een van de vele, ‘die ons een inzicht geven in onze rijke geschiedenis’. Minister van Milieu Ze’ev Elkin zei dat de opgraving weer een voorbeeld was van het bevestigen van de verhalen van de Bijbel door archeologische vondsten.
