Is het evangelie ook voor de joden?

0
162
Is het evangelie ook voor de Joden? Gaat de Heere God niet een geheel eigen weg met Zijn volk en moeten we als gelovigen op eerbiedige afstand blijven staan?

Door ds. Henk Schouten

Laat voorop gesteld zijn, dat verkonding van het evangelie altijd met liefde en fijngevoeligheid behoort plaats te vinden. Geloof kan en mag niet afgedwongen worden en zal ook alleen maar vrucht dragen wanneer het hart door Gods Geest aangeraakt en veranderd wordt. In dit verband past ons zeker wijsheid en liefde wanneer we tot Gods volk getuigen.

Inzicht in Gods plan
Een eerste punt waar ik wel tegenaan loop is dat veel mensen vinden dat ‘we ze het evangelie brengen zonder inzicht en kennis van Gods plan’. Ik ken velen en weet van hun bewogenheid voor Gods volk om ook onder hen voor Christus te winnen. Velen hebben juist een heel Bijbels inzicht in Gods plan. Ieder mens die vandaag sterft, Jood of niet Jood, zal voor eeuwig verloren gaan. Paulus schrijft aan de Romeinen: Rm. 3:9,10,11,23,24. ‘Wij hebben immers zojuist én Joden én Grieken beschuldigd dat zij allen onder de zonde zijn, zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. (……) Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade.’ Daarom is het van levensbelang om de Heere Jezus als Heiland en Verlosser te kennen. Een ander belangrijk onderdeel van Gods plan is de oprichting van het Messiaanse Koninkrijk. Eénmaal zal Jezus Christus terugkeren en velen van Zijn volk zullen hem dan herkennen. Over deze rest lezen we in b.v. Rm. 9:27; 11:5, 7; 12:25. Een geweldige toekomst ligt er dus aan de horizon van onze tijd voor dit deel van Gods volk. Maar dan is ook het verschil duidelijk. Op dit moment is het evangelie voor ieder mens de enige weg tot het heil. Voor slechts een rest is er de vervulling van de landsbelofte en het koninkrijk bij de terugkomst van Jezus.

Wanneer mensen zich uitspreken tegen evangelisatie onder Joden, dan gebruiken zij emotionele argumenten als ‘sinds de holocaust’ en dergelijke. Paulus ging op zijn reizen steevast eerst naar de synagoge. Zijn motivatie lezen we in Rm. 11:13: ‘om daardoor zo mogelijk mijn verwanten wat betreft het vlees tot jaloersheid te verwekken en enigen uit hen te behouden.’

Hoogmoed
Dan is er het verwijt van hoogmoed. Christenen zouden zich hoogmoedig opstellen t.o.v. de Joodse medemens wanneer zij hen het evangelie brengen. Ook hier weer een emotioneel argument. Als er al een Bijbels argument voor hoogmoed lijkt te zijn dan verwijzen velen naar Rm. 11:18. De apostel schrijft: ‘beroem u dan niet tegenover de takken.’ Veel natuurlijke takken, Joden, zijn afgehouwen van de tronk. Tegennatuurlijke takken, heidenen, zijn juist geënt. Deze laatsten moeten zich niet verheffen, zich niet hoogmoedig opstellen t.o.v. de natuurlijke takken. Gaat het daar om in Romeinen 11? In het 16e vers spreekt de apostel over heiligheid, daar ligt zijn boodschap en zo moeten we ons gedragen, heilig! Om dat nader te verklaren geeft de apostel het voorbeeld van de natuurlijke takken die afgehouwen zijn. Dat blijken Joden te zijn die niet aan de heiligheid voldeden, ongehoorzaam waren, daarom werden ze afgehouwen. Paulus bedoelt: neem dit ter harte, wat hen is overkomen kan jullie ook overkomen als je de weg van heiligheid en gehoorzaamheid verlaat. Het risico om afgehouwen te worden heeft niets te maken met hoogmoedig gedrag t.a.v. het joodse volk, maar heeft te maken met onze levenswandel, met gehoorzaamheid aan Gods woord. Heidenen neem de afgehouwen Joodse mens als voorbeeld en pas op dat het jullie niet net zo vergaat: wees heilig! Niets van hoogmoed, op grond waarvan we het volk van God geen evangelie zouden mogen bekend maken.

Jaloezie
Rm. 11:14. spreekt van ‘jaloersheid’. Onze daden zouden moeten spreken, zodat het volk jaloers wordt. Maar is dat wat de apostel bedoelt? Steeds wanneer we hem horen, juist ook bij zijn volksgenoten, dan horen we hem spreken, argumenteren en uitleggen op grond van de Schrift dat Jezus de Messias Gods is. Om dat gesproken getuigenis wordt hij gevangen genomen, gegeseld en meer. We lezen ook Rm. 10:19: ‘Ik zal u tot jaloersheid verwekken door wat geen volk is; door een onverstandig volk zal Ik u tot toorn verwekken.’ Paulus citeert hier Mozes (Dt. 32:21). Het heeft alles te maken met Gods oordeel over het ongehoorzame volk. Zij worden tot jaloersheid gebracht, beter vertaald: ‘geprikkeld/verwekt tot toorn’. Die negatieve prikkeling of jaloersheid heeft Paulus regelmatig van zijn volksgenoten ondervonden, maar dat heeft er ook toe bijgedragen dat juist daardoor enkelen tot behoudenis kwamen (Rm. 11:14). Hier hebben we te maken met een nauwkeurige uitleg van de teksten en niet met een gemakkelijk klinkende: we moeten de Joden tot jaloersheid brengen. Wie dat wel zo stelt, heeft heel weinig begrepen van de tekst en doet een ongefundeerde, op emotie inwerkende uitspraak.