Israëli’s willen robot naar de maan sturen

0
193
Binnenkort zal mogelijk een robot uit het Heilige Land op de maan landen en vandaar foto’s en video’s naar de aarde sturen. Israëls ruimtevaartorganisatie SpaceIL wil de ‘Google Lunar XPrize’ winnen.

Een model van de Israëlische robot, ziet u op de foto. Foto: SpaceIL.

Die prijs bestaat uit een bedrag van 20 miljoen dollar, en hij zal worden toegekend aan de eerste particuliere organisatie die erin slaagt om voor 31 september 2017 een robot naar de maan te brengen. Een andere eis is dat de robot een afstand van 500 meter aflegt op de maan en kwalitatief goede foto’s en video’s overzendt.

SpaceIL heeft nu een contract getekend met het Amerikaanse ruimtevaartbedrijf Spaceflight Industries; dat onlangs een SpaceX Falcon 9 draagraket heeft gekocht, die (naast andere lading) het onbemande object naar een omloopbaan van de maan zal brengen. Daarmee is de Israëlische organisatie de eerste van de in totaal 16 deelnemers, die voor hun robot de vlucht naar de maan hebben georganiseerd.

Om de ondertekening van het contract te vieren, waren de Israëlische president Re’oeven Rivlin, de minister van Wetenschap Ofir Akunis en andere persoonlijkheden uit de politiek en het bedrijfsleven bijeen in de presidentiële residentie. De genodigden bewonderden in de residentie het prototype van de maanrobot, maar in een kleinere versie. Zo konden de aanwezigen toch een eerste indruk krijgen.

Google heeft de prijs ingesteld om ‘radicale doorbraken tot nut van de mensheid’ aan te moedigen. Daarom moeten niet alleen regeringen, maar ook instellingen en organisaties worden gemotiveerd om technologische vooruitgang te maken.

De Israëlische miljardair Morris Khan, een van de hoofdsponsors van het Israëlische team, wees erop dat de robot op een van de poten het opschrift ‘Am Yisrael Chai’ draagt. Vertaald betekent dit: ‘Het volk Israël leeft’. Khan wil het internationale aanzien van Israël verbeteren en de jeugd aanmoedigen zich bezig te houden met de moderne technologie.

Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)