Door Ryan Jones
Ik woon dan wel in een seculier deel van de stad, en alle mensen rondom ons zijn ‘seculiere’ Joden, maar toch: de hele klas van mijn vijf jaar oude dochtertje sprak met alle ouders tijdens de Chanoekaviering een populaire Israëlische versie uit van Psalm 147:12-13: ‘Jeruzalem, roem de HERE, Sion, loof uw God. Want hij maakt de grendels van uw poorten sterk, Hij zegent de kinderen in uw midden.’
Mijn dochter gaat niet naar een particuliere school. Dit is een openbare, door de overheid gefinancierde kleuterschool. En als vanzelfsprekend leren ze de kinderen God te erkennen en te loven.
En aangezien het Chanoeka was, werd ik ook weer getroffen door hoe openlijk Israël zijn nationale helden prijst, in dit geval de leiders van de Makkabeeën-opstand, die leidde tot het herstel van de Tempel. Ik kan mij gewoon niet voorstellen dat dit vandaag in mijn vaderland Amerika zou plaatsvinden.
Kinderen kunnen [onder Obama] op school nauwelijks het woord ‘God’ noemen, en bidden kan al helemaal niet. En elke leraar, die het aandurft om zijn of haar leerlingen te instrueren om de Allerhoogste te erkennen, zou ter plaatse ontslagen worden.
De houding ten opzichte van nationale helden is vergelijkbaar. Zeker, Amerikaanse studenten leren over de historische figuren van hun land en wat ze deden. Maar er is geen lof en verering, geen diep verlangen om deze acties na te streven.
Ik heb nog nooit een Amerikaans kind de heldendaden van bij voorbeeld Theodor Roosevelt horen prijzen, op de manier waarop ik deze kinderen ieder jaar het de nagedachtenis aan Judas Maccabeüs prijzen. Dat zou gewoon niet politiek correct zijn.
Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)