Opnieuw bewijs Israëls Bijbelse historie

0
200
Bijbelgeleerde en winnaar van de Israëlprijs Shmuel Ahituv toonde woensdag een zeldzaam stuk papyrus waarop Jeruzalem wordt genoemd. Het oude perkament is gedateerd op de zevende eeuw voor het begin van de jaartelling, waardoor het een van de slechts drie papyrusdocumenten uit die tijd is.

De papyrus was in beslag genomen door de afdeling Diefstalpreventie van de Israëlische Oudheidkundige Dienst (Israël Antiquities Authority, IAA), toen een groep Palestijnse dieven uit het zuidelijke deel van de Westbank op het punt stonden het te verkopen.

Het document uit de periode van de Eerste Tempel, waarvan slechts twee regels oud-Hebreeuws schrift zijn overgebleven, is een bericht over een gift van wijn ‘aan Jeruzalem.’ De tekst zelf luidt: [dienst]maagd van de koning, van Na’arata, wijnzakken [of wijnkruiken], naar Jeruzalem. De stad Na’arata of Na’arah, wordt in Jozua 16:7 genoemd. Het wijncadeau was verzonden aan koning Manasse, koning Amon of koning Josia, die in die periode regeerden.

Prof. Ahituv benadrukte dat ‘deze papyrus niet alleen de oudste buiten-Bijbelse bron is die in Hebreeuws schrift Jeruzalem noemt, maar ook dat er in het land Israël tot nog toe geen papyrusdocumenten uit de periode van de Eerste Tempel zijn gevonden behalve een uit de rivier Murabat.’ De papyrus wijst ook op de hooggeplaatste vrouwen in het bestuur van Judea.

Eitan Klein van de afdeling Diefstalpreventie van de IAA zei dat ‘dit document een zeldzaam getuigenis is van de ordelijke administratie in het koninkrijk Juda. Het document benadrukt het centrale karakter van Jeruzalem als de economische hoofdstad van het koninkrijk in de eerste helft van de zevende eeuw BCE.’

Het hoofd van de IAA, Israel Hason, zei dat deze papyrus op de mogelijkheid wijst dat ‘er in de Judese woestijn nog meer vondsten van groot belang voor ons erfgoed liggen te wachten om ontdekt te worden. Dagelijks worden artefacten uit het werelderfgoed geroofd. Israël zou de middelen ter beschikking moeten stellen voor een historische operatie van methodische opgravingen in alle grotten van de Judese woestijn.’

De minister van Cultuur en Onderwijs Miri Regev zei dat de ontdekking van de papyrus ‘waar de naam van onze hoofdstad Jeruzalem heel duidelijk op staat, weer een nieuw getuigenis is dat Jeruzalem de hoofdstad van het Joodse volk was, is en voor altijd zal zijn (…), zelfs wanneer UNESCO zijn onzalige beslissing tienmaal overdoet.’