PA blijft terroristen eren

0
172
De Palestijnse Autoriteit heeft in Burqa een ‘vrouwencentrum’ gebouwd met hulp afkomstig van Noorwegen, en plaatste als erkenning van de financiering het logo van het Noorse ministerie van Buitenlandse Zaken op het gebouw, en vernoemden het vervolgens naar Dalal Mughrabi, de terroriste die één van de dodelijkste en gruwelijkste terreuraanvallen in de geschiedenis van Israël heeft uitgevoerd.

Foto: de uitgebrande bus en de terroriste Dalal Mughrabi (Foto: Creative Commons)

Bij deze massamoord op de Kustweg werden in 1978 35 Israëlische burgers gedood, waaronder twaalf kinderen. Dalal Mughrabi was de commandante van de terreurcel die de aanval had uitgevoerd. Ze werd geëlimineerd in de daaropvolgende strijd tussen de terroristen en de Israëlische veiligheidstroepen.

De Noorse minister van Buitenlandse Zaken, Børge Brende, heeft ernstig geprotesteerd tegen de daad van de PA, en geëist dat het Noorse logo onmiddellijk van het gebouw wordt verwijderd, en dat het hulpgeld dat gebruikt is voor de financiering van de bouw wordt teruggegeven. ‘Noorwegen is niet bereid om te worden geïdentificeerd met autoriteiten die de naam van terroristen dragen. Wij staan niet toe dat Noors hulpgeld voor dergelijke doelen wordt gebruik.

Het nieuwe Vrouwencentrum had de steun van Noorwegen gekregen via de Palestijnse kiescommissie en de VN-organisatie Vrouwen–Palestina, die de deelname van Palestijnse vrouwen aan de verkiezingen tot doel heeft. Om herhaling van het gebeurde te voorkomen werkt Noorwegen niet meer samen met deze organisaties.

Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zei in een verklaring, dat Noorwegen de juiste stap heeft genomen. Een standvastige houding tegenover de verering van terroristen vormt een integraal onderdeel van de internationale inspanning om terrorisme uit te roeien. Wij adviseren de internationale gemeenschap dat het grondig controleert waar hun geld in de Palestijnse Autoriteit wordt geïnvesteerd, en we verwachten dat alle projectpartners optreden zoals Noorwegen heeft gedaan.’