Dahri legde uit dat terwijl de meeste medemoslims ‘mijn dappere en moedige stap om de waarheid te begrijpen verwelkomden,’ waren vele anderen in de war en boos door zijn nieuwe band met wat hij de ‘nationale bevrijdingsbeweging van het Joodse volk’ noemde.
Over de beschuldiging van apartheid en onderdrukking van moslims in Israël zei Dahri, dat ‘moslims in vrede en harmonie leven onder de Israëlische wet, en er zijn ongeveer 400 moskeeën (…) die worden beschermd door de Joodse Staat.’
Verder benadrukte hij, dat ‘het zionisme nooit religieus geweld heeft aangemoedigd,’ en wees er op dat ‘er vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst is voor moslims in de Staat Israël.’ In feite ‘leven moslims in het enige democratische land in het Midden-Oosten zonder angst en vervolging,’ schreef Dahri. ‘We kunnen geen religieuze discriminatie vinden tegen Arabische Israëli’s in de Joodse Staat.’
Dahri ziet evenmin enige religieuze tegenstrijdigheid in zijn standpunt, dat overeenkomt met het standpunt van een groeiend aantal andere islamitische figuren in de afgelopen jaren: ‘(…) De Koran zelf verdedigde de Joden en hun land Israël.’
Dahri wees er speciaal op dat ‘de traditionele commentatoren uit de achtste en negende eeuw en later eenduidig hebben uitgelegd, dat de Koran uitdrukkelijk zegt dat het land Israël door God aan het Joodse volk is gegeven als een eeuwig verbond.’
Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)
Enquête:
009- Israël moet een Palestijnse Staat toestaan.
010-De Palestijnen moeten de Staat Israël erkennen.