‘Als mensen ons aanvallen door de ambassade naar Jeruzalem te verplaatsen (…) betekent dit dat ze zich strijdlustig tegenover ons opstellen,’ verklaarde de gezant van de Palestijnse Autoriteit bij de VN, Riyad Mansour. ‘Als ze dat doen, moet niemand ons de schuld geven dat we alle wapens inzetten die we in de VN hebben om onszelf te verdedigen, en we hebben veel wapens in de VN.’
Zoals de Israëlische krant Ha’aretz schreef, erkent Mansour dat de Palestijnse Autoriteit geen enkele wettelijk bindende maatregel tegen de VS kan nemen in de Veiligheidsraad, maar hij zei dat hij Washington hoofdpijn kan bezorgen door voortdurend officiële toelating van de Palestijnse Staat als lidstaat aan te vragen.
De Palestijnse Autoriteit blijft in elk geval geloven dat Trump het voorbeeld zal volgen van zijn voorgangers, van wie de meesten eveneens tijdens hun campagnes beloofden de Amerikaanse ambassade te verplaatsen, maar nadat ze in functie waren die belofte niet nakwamen.
‘Veel kandidaten deden dezelfde verkiezingsbelofte, maar voerden die niet uit, want wat je tijdens de campagne doet is één ding, maar wanneer je met de juridische kanten te maken hebt gaat het anders’, beweerde Mansour.
Hoewel de VN de Israëlische annexatie van de oostelijke helft van Jeruzalem niet erkent, is het in feite niet illegaal wanneer de ambassades van landen zich binnen de grenzen van voor 1967 bevinden, dus in de westelijke helft van de stad, die als de officiële administratieve hoofdstad van Israël wordt erkend.
Het verplaatsen van de Amerikaanse ambassade naar de westkant van Jeruzalem zou een krachtige ondersteuning zijn van Israëls aanspraak op de gehele stad, maar zou geen enkele wet overtreden, in tegenstelling tot foutieve interpretaties van Mansour.