‘Wat de nazi’s de Joden 70 jaar geleden hebben aangedaan, is wat de Israëli’s vandaag met ons doen,’ was een van de zinnen die een Israëlische reisleider uitgerekend in het Holocaust herdenkingsmuseum Yad Vashem had gehoord uit de mond van een Palestijnse gids die een groep buitenlandse toeristen door het museum leidde.
Palestijnse reisleiders die een identiteitskaart van de Palestijnse Autoriteit hebben, mogen als gevolg van de Overeenkomst van Parijs – een economische overeenkomst die bij de Oslo-akkoorden behoort – toeristen begeleiden in Israël. Helaas wordt dit door hen en ook door Arabisch-Israëlische reisleiders misbruikt voor opruiing tegen Israël.
‘Maar het probleem bestaat vooral bij de Palestijnse gidsen,’ zei een Israëlische gids met 28 jaar beroepservaring. Hij had meer dan eens gehoord dat Palestijnse reisleiders juist in Yad Vashem zich tegen Israël uitspreken. ‘Dit probleem bestaat al jaren,’ zei hij.
Dit probleem bestaat niet alleen in Yad Vashem, zei de Israëlische gids. Zo werd aan een groep Duitse toeristen bij hun rit naar Massada uitgelegd, dat de veiligheidsmuur waar ze voorbij reden, werd gebouwd om het land weg te nemen van de Arabieren en hun bewegingsvrijheid te beperken. Geen woord over het feit dat de muur werd gebouwd om zich te beschermen tegen zelfmoordaanslagen, omdat in die tijd de tweede Intifada aan de gang was.
In een ander geval vroeg een toerist aan zijn Arabisch-Israëlische gids, wat er was met de restanten van de gepantserde voertuigen die langs de weg naar Jeruzalem stonden. Het zouden de restanten zijn van een ongeval, was het antwoord van de gids, zonder dat deze de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 noemde.
‘Deze gidsen begeleiden toeristen vaak meerdere dagen tijdens een reis door Israël, en wat de gids zegt, is wat aan het eind in de hoofden van de toeristen blijft hangen, dat blijft in de herinnering en zal invloed hebben op hun houding tegenover Israël. Ze krijgen een echte hersenspoeling. Thuis vertellen ze dan aan hun vrienden over hun reisindrukken en publiceren die op de sociale netwerken en spelen daarmee de boycotbeweging in de kaart.’
Ook in de Oude Stad van Jeruzalem zouden Palestijnse reisleiders misbruik maken van hun positie en aan toeristen vertellen, dat de Joden geen enkele band met die plaats hebben, zo zeiden Israëlische reisleiders. Verder zou aan de toeristen zijn verteld, dat de Joden pas honderd jaar geleden uit verscheidene landen hierheen zijn gekomen en het land van de Arabieren hadden geroofd. Daardoor zou de Joodse geschiedenis al zijn afgesloten.
Het Israëlische Ministerie van Toerisme zei dat het om 0,5 procent van de reisleiders in Israël gaat, die alleen voor toeristen zorgen die vanuit de gebieden van de Palestijnse Autoriteit Israël inreizen. Dit in het kader van een overeenkomst die al sinds het jaar 1967 bestaat en in de Overeenkomst van Parijs werd vastgelegd.
Het Ministerie van Toerisme voert regelmatig controles uit. Wanneer een reisleider wordt betrapt op ethische overtredingen en Israël demoniseert, wendt het ministerie zich tot het civiele bestuur met het verzoek, de licentie van de reisleider in te trekken. Ook wordt momenteel gewerkt aan een aanvulling op de Toerismewet, die meer bevoegdheden tot handhaving aan het ministerie geeft.
Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)