VN-ambassadeur hekelt Mensenrechtencommissie

0
151
Eviatar Manor, ambassadeur en permanente afgevaardigde van Israël bij de Verenigde Naties in Genève, beschuldigde deze week de VN-Commissie voor de Rechten van de Mens (UNHRC), dat die blind en consequent Israël selectief veroordeelt. Manor noemde dit gedrag een ‘geestelijke stoornis’ en zei dat de Commissie ‘dringend psychologische behandeling’ nodig heeft.

De ambassadeur sprak tot de commissie, die dit weekeinde zijn jaarverslag besprak. Hij verweet hen verdraaide prioriteiten te hebben, want zes verslagen en vijf resoluties die Israël veroordeelden, zouden worden besproken, terwijl andere in het jaarverslag genoemde landen in het Midden-Oosten gewoon genegeerd werden.

‘De commissie lijdt aan een obsessieve compulsieve stoornis met betrekking tot Israël,’ zei Manor. ‘De commissie kan zijn aandoening niet beheersen en schrijft meer en meer verslagen en resoluties tegen mijn land. Ik wil u allen eraan herinneren, dat een symptoom van deze aandoening een verhoogd risico op zelfmoord is. De commissie brengt zijn eigen dood over zich. Wat deze commissie nodig heeft, is psychiatrische hulp. Ik stel voor dat de Commissie zich wendt tot andere conflictgebieden van de wereld en daarmee even hysterisch omgaat als met Israël.’

De ambassadeur wees de Mensenrechtencommissie op een uitspraak van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Zeid Ra’ad Al Hussein van vorige week. Die wees er precies op wat de prioriteit van de commissie behoort te zijn, stelde Manon:
‘4,8 miljoen Syriërs zijn vluchtelingen. 13,8 miljoen Syriërs, Irakezen, en Jemenieten worden beschouwd als ‘ontheemden.’ 7,6 miljoen mensen in Jemen hebben geen betrouwbare voedselvoorziening. 14 miljoen mensen hebben geen toegang tot gezondheidszorg. Tientallen ziekenhuizen in Syrië zijn sinds januari van dit jaar gebombardeerd. Toch heeft deze commissie besloten om vijf of zes resoluties tegen Israël te bespreken? Dit is beschamend en toont complete minachting voor de mensenrechten van miljoenen.’

Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)