Honderden anderen werden niet toegelaten omdat – in tegenstelling tot moslims – Joden de Tempelberg slechts vier uur per dag kunnen bezoeken, via één enkele poort met metaaldetectors.
Dit aantal bezoekers op een enkele dag is het hoogste sinds 1967. Toch is het statistisch gezien een verrassend lage opkomst, overwegend dat nu zeven miljoen Joden in Israël wonen. Een reden hiervoor is dat veel Israëlische Joden gewoon niet veel aan de Tempelberg denken. Voor te veel van hen is de heiligste plaats van het Jodendom een religieus relikwie uit het verleden. Deze Israëliërs zouden waarschijnlijk hebben ingestemd met Moshe Dayan, die in 1967, in plaats van de Tempelberg onder standvastige Israëlische soevereiniteit te brengen, vroeg: ‘Waarom heb ik dit Vaticaan nodig?’ en het overdroeg aan de islamitische Trust (Waqf).
Maar een veel groter aantal Israëli’s wil om religieuze reden de Tempelberg niet opgaan. Het rabbinale verbod om het heilige gebied te betreden wordt ook vandaag nog door de meerderheid als verplichtend beschouwd. De rabbinale uitspraak is gebaseerd op de onmogelijkheid om te bepalen waar de Tempel ooit precies stond, wat betekent dat iemand onbedoeld op de plaats van het Heilige der heiligen kan staan. Wie dat doet zou de zware straf van het ‘afsnijden’ (Kareth) over zich uitroepen, wat of de dood door een goddelijke hand of afsnijding van het volk Israël betekent.
Het opmerkelijk groot aantal mensen dat de afgelopen week de Tempelberg besteeg, bracht de sefardische opperrabbijn Yitzhak Yosef ertoe een speciale waarschuwing uit te geven, die het volk herinnert dat de ‘Halacha [rabbijnse regelgeving] het beklimmen van de Berg verbiedt, en die Joden die de Berg beklimmen, ontheiligen de heiligheid van de Berg’. De mening van rabbi Yosef, die gedeeld wordt door andere leidende rabbijnen, meestal ultraorthodoxe, is een sterk afschrikmiddel voor veel Joden.
Maar hoewel dit verbod in het verleden algemeen werd geaccepteerd, zeggen vandaag steeds meer rabbi’s precies het tegengestelde, dat het een verplichting is de Tempelberg te bestijgen. Deze rabbijnen, meestal uit de nationaal-religieuze factie, rechtvaardigen hun mening door te veronderstellen dat ze weten welke plaatsen op de Berg verboden gebied zijn. Omdat de Israëlische regering een ontstellend discriminerend beleid tegen Joden voert, zeggen zij daarnaast dat ‘de noodzaak om de Berg te beklimmen nog belangrijker is, omdat het een ‘overwinningsaspect’ in zich heeft.’
Deze tweede groep rabbijnen roept op tot niets minder dan het omverwerpen van de heilige, traditionele halachische uitspraak, die nog steeds sterk van kracht is. Het recordaantal Joden dat de Tempelberg op Tisha be’Av bezocht is een duidelijk teken dat de tijden veranderen. Het is zeer waarschijnlijk dat in de toekomst steeds meer Joden de oude uitspraak zullen verwerpen en de Tempelberg in grotere aantallen beklimmen, zowel de Israëlische regering als de moslimwereld tartend.
Met toestemming overgenomen uit het maandblad Israel Today (www.israeltoday.nl)