Het nieuwe blad is speciaal gericht op jonge christenen. Die horen bij carnaval niet thuis. Enerzijds omdat het een nogal discutabele oorsprong heeft en anderzijds omdat een God welgevallig leven niet is te rijmen met deelname aan het feest der zotheid, waarschuwt Manuel Seibel in het eerste nummer.
Carnaval nam als ‘feest van de omgekeerde wereld’ een belangrijke plaats in het rooms katholieke kerkelijke jaar in, zegt hij. De katholieke kerk schijnt volgens hem een soort ontspanning door losbandigheid opzettelijk te hebben gewild of te hebben toegestaan. “Het doel was dat de christenen daardoor meer bereid zouden zijn het vasten weer over te nemen. Voordat de 40-daagse Paas-vastentijd begint op Aswoensdag hebben de (naam-) christenen de laatste dagen nog ‘’en keertje (of vaker) heel goed gegeten, gedronken, gedanst en feest gevierd, zich van alle benauwende banden bevrijd om daaruit weer moed te putten om zichzelf onder het kerkelijke juk te plaatsen.”
De zogenoemde ‘vreugdefeesten’ gaan volgens de auteur gepaard met oorverdovende muziek met overheersende ritmes, alcohol, drugs en overmatige genotzicht. “Het zal iedere christen wel duidelijk zijn dat het niets te maken heeft met de Christelijke vreugde die wij mogen genieten.” Waarna een citaat van Petrus volgt, die het heeft over zwelgpartijen van degenen die ‘zwelgen in eigen bedriegerijen’ en ‘ogen vol overspel’ hebben.
“Er is nauwelijks een tijd waarin huwelijken en relaties zo zeer gevaar lopen als bij carnaval. Door de verkleding kun je de persoon tegenover je niet herkennen en ben je vrij om te dansen met wie je wil. En niet zelden belanden dan twee wildvreemde mensen met elkaar in bed. Misschien alleen voor één nacht (al erg genoeg), misschien ook voor langere tijd.” Zwelgpartijen en bandeloosheid horen niet bij een christen, is de conclusie. “Omdat het niet bij Christus past.” Het nieuwe blad is overigens ook digitaal beschikbaar en een resultaat van samenwerking met het Duitse ‘Folge mir nach’ (uitgave: CSV Hückeswagen).