=======================================================
De studies leiding geven worden iedere ZATERDAG op de site geplaatst en zijn onderverdeeld in de hoofdgroepen: de leider, de organisatie en de mensen. Afwisselend komen onderwerpen uit deze drie hoofdgroepen aan de orde. Klik op ‘Praktisch’ om een overzicht te zien van studies die aan de orde komen.
================================================================
DE MENSEN
2. Wees duidelijk
In de vorige studie hebben wij gezien dat heel wat barrières overwonnen moeten worden om een boodschap ‘heelhuids’ bij de ander te brengen. Niet alleen moeten wij daarom rekening houden met deze barrières; we moeten er ook zorg voor dragen dat de boodschap feitelijk en emotioneel zo zuiver mogelijk gecommuniceerd wordt.
Weet u zelf precies wat u communiceren wilt? Hebt u erover nagedacht hoe u het beste uw boodschap kort en bondig verwoorden kunt? Helpt het om voorbeelden te gebruiken? Ondersteunen uw emoties de boodschap?
3. Gebruik uw hele persoonlijkheid
Communicatie is veel meer dan alleen woorden. De ‘setting’, uw gezichtsuitdrukking, uw houding, de intonatie enz. spelen een belangrijke rol in het overbrengen van een boodschap. Uit een onderzoek van Kodak is gebleken dat wij een boodschap op de volgende manier overbrengen:
met woorden 7%
door intonatie 38%
non verbaal 55%
De ‘setting’, uw gezichtsuitdrukking, uw houding, de intonatie enz. spelen een belangrijke rol in het overbrengen van een boodschap. Gelooft u dat niet? Spreek dan de onderstaande zinnen eens uit met de nadruk op de vetgedrukte woorden. U zult zien dat de betekenis van dezelfde zin totaal verandert.
Ik heb niet gezegd dat zij mijn geld gestolen heeft. (Iemand anders heeft het gezegd).
Ik heb niet gezegd dat zij mijn geld gestolen heeft. (Ik kan veel gezegd hebben, maar dat zeker niet).
Ik heb niet gezegd dat zij mijn geld gestolen heeft. (Misschien heb ik het wel laten doorschemeren, of geschreven, maar gezegd heb ik het zeker niet).
Ik heb niet gezegd dat zij mijn geld gestolen heeft. (Iemand anders heeft het geld gestolen).
Ik heb niet gezegd dat zij mijn geld gestolen heeft. (Het geld was niet van mij maar van een ander).
Ik heb niet gezegd dat zij mijn geld gestolen heeft. (Er is wel iets gestolen, maar niet mijn geld).
Ik heb niet gezegd dat zij mijn geld gestolen heeft. (Er is wel iets met mijn geld gebeurd, maar gestolen is het niet)
=================================================================
Als je kort wilt spreken moet je lang denken.
H.H. Brackenridge