Vluchtelingen: nemen we er allemaal een paar in huis of sluiten we onze grens?
Wat is ons standpunt?
Voelen we ons met hen verwant of zijn ze vreemd?
Koert Koster uit Hazerswoude-Rijndijk presenteert een kritisch betoog over deze vragen in zijn nieuwste boek Ik ben allochtoon. Koert Koster (Hoogeveen, 1973) wil ons – op toegankelijke wijze – uitdagen kritisch te kijken naar vanzelfsprekendheden en vooroordelen ten aanzien van vluchtelingen. ‘Wat de boer niet kent, dat eet ‘ie niet.’ Of: ‘Wie de Nederlander niet kent, die moet hij niet.’ Maar kan het vreemde niet eigen worden? Of zijn we bang? Laten we ons angst aanpraten door populisten die menen voor het volk te spreken? Én: Wie zijn wij? Waar staan wij? Zijn wij in wezen ook geen passanten met een tijdelijk verblijf?
Koster – hij studeerde theologie en filosofie aan de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam – laat met behulp van (song)teksten zien hoe asielzoekers behandeld kunnen worden. Deze kwetsbare groep zien we in de hele geschiedenis terug. In de Bijbel komen we onder andere Kaïn, Abram, Lot, Ruth, David, JEZUS, Paulus en Petrus tegen. Het boek bevat ook gespreksvragen voor studiegroepen of huiskringen.
‘Complimenten voor een prachtig boek. Een verrassende blik op een razend actueel thema, waar toch al heel veel over gezegd is’ (Arjen Bakker, schrijver, journalist, corrector)
Ik ben allochtoon, ISBN: 9789463187534, Prijs: 17,95.
Meer informatie over Koert Koster en zijn eerdere publicaties op: www.koertkoster.nl