De veiligheidsdienst lijkt christenen standaard tegen te werken als zij Pakistan willen verlaten. De twee die dat nu is geweigerd, Irfan Masih en zijn zuster Maria Batool, in Kasur, een stad bij de grens met India, zeggen een familiebezoek te willen brengen en over visa te beschikken. Ook zijn zij in het bezit van verklaringen van sponsors en alle andere noodzakelijke documenten.
De tweede keer dat zij wilden vertrekken, op 1 juni, konden zij wel inchecken en kregen zij boarding bewijzen, maar werden zij tegen gehouden toen zij aan boord van het vliegtuig wilden gaan.
Er zouden volgens de veiligheidsdienst al eerder christenen uit Pakistan naar Thailand, Maleisië en Sri Lanka zijn gegaan om daar asiel aan te vragen. Daarom mogen de twee het land niet uit. Hun advocaat, Mushtaq Gill, zegt dat ingezetenen van wie het paspoort vermeldt dat zij de christelijke Godsdienst aanhangen, dikwijls moeten aantonen dat zij terug zullen keren naar Pakistan. Zelf had hij moeilijkheden toen hij naar Italië wilde en op het vliegveld werd tegen gehouden. Na bemiddeling door een official werd hem alsnog toestemming gegeven.
Volgens de Pakistaanse Christian Post website mochten geregeld naar Europa en Noord-Amerika reizende christenen pas verstrekken na gedwongen betaling van steekpenningen aan de hogere medewerkers van de dienst. Activisten voor mensenrechten zeggen dat er in Pakistan sprake is van een breed opgezette vervolging van christenen en dat velen omkwamen bij aanvallen op kerken. Ook zouden sommigen in de gevangenis zijn beland, wegens zogenoemde blasfemie tegen de Islam.
