Door Jan Leeflang
De veren vlogen in het rond, en bevend van angst bleef het diertje op z’n stokje zitten. Ineengedoken zat hij naar buiten te staren. Hij kon geen ‘vin’ meer verroeren. Nee, dit was echt te veel voor hem. Als je het waarom zou weten, dan zou je het alles goed kunnen begrijpen.
In het raamkozijn zat de oorzaak: een grote, vette, zwarte kat. Likkebaardend zat de kat naar de kanarie te kijken. Zijn staart zwiepte heen en weer, klaar voor de aanval.
Dan… na een bonk tegen de ruit, ineens weer gefladder. De kat wilde de kooi binnenvallen, maar hij vergat dat er glas tussen de kooi en hem zat en hij stootte z’n wrede kop. Van schrik liet de kat zich op de grond vallen en ging er vandoor.
Zo ongeveer maakte een vriend van mij het mee, toen zijn kanarie lekker in het zonnetje stond en het hoogste lied uit z’n keel liet rollen. Nee, fluiten deed hij daarna niet meer. Hij gaf de kanarie het beste zangzaad, maar niets hielp. Geen wonder ook, de kat was hardleers, want hij zat bijna iedere dag een poosje in het raamkozijn. Zo ging het week in week uit.
Ik zei tegen m’n vriend: “Je moet je kanarie ergens anders neerzetten joh, dat beest krijgt vandaag of morgen nog een hartverlamming.”
“Ben je mal, hij moet er maar aan wennen hoor, die kat kan er toch niet bij, hij moet z’n angsten maar leren overwinnen.”
Ongelofelijk, na een tijdje, het was nog vroeg in de morgen, hoorde hij ineens weer de prachtige rollers van de kanarie. Snel ging hij kijken, en wat zag hij? De kanarie zat op z’n stokje het mooiste lied te fluiten en kijk eens, de kat zat in het raamkozijn!!!
Ik weet dat het raar voor je is, om je met een kanarie te vergelijken, maar is het vaak niet zo met jou en mij? Door allerlei listen en lagen komt de duivel vaak bij je op bezoek.
Je krijgt allerlei tegenslagen en je ervaart een zwarte schaduw in je leven. Soms mislukt alles en het lijkt net of jij in de hoek zit waar de slagen vallen. Je bent voor alles bang en het lijkt of het altijd bewolkt is in je leven. Maar van lieverlee kom je tot de ontdekking, dat dingen waar je bang voor bent nooit gebeuren en dat je eigenlijk ongegrond angstig bent.
Kijk, zoals het onzichtbare glas tussen de kat en de kanarie was, zo is ook de onzichtbare God tussen jou en de duivel. Nou, als we dit nu weten, dat God ons niet zal begeven of verlaten, gaan we toch gewoon verder Hem te loven en te prijzen! Maarten Luther kreeg eens een gezicht dat de duivel bij hem op bezoek kwam. Weet je wat Maarten zei: “O, ben jij het maar!” en draaide zich om.
Op de lange duur is de kat weggebleven en dat had ook weer een oorzaak. De kanarie deed een ontdekking waardoor de kat niet bij hem kon komen. Wel had de kat vaak z’n kop tegen het glas gestoten. Op een dag stond de kooi zo dicht tegen het raam, dat de kanarie met z’n snavel het raam kon aanraken. Hij fladderde heel erg wild en pikte tegen het raam. De kat schrok zich bijna een ongeluk en is nooit meer teruggekomen.
Dagelijks floot de kanarie langdurig zijn overwinningsglorie en floot nog mooier dan ooit tevoren. Blijf ‘fluiten’ joh, de duivel gaat vanzelf weg en geef hem niet teveel aandacht. Het blijft nog steeds waar: Offer Gode lof en betaal de Allerhoogste je geloften.
Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; op God wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet (Ps. 56:4