De lijdensweek – deel 1 van 7

0
300
Morgen – Palmzondag: Gij hebt de tijd niet opgemerkt dat God naar u omzag.

Lezen: Lucas 19:28-44

Vers voor vandaag: “Hosanna de Zoon van David, gezegend Hij, die komt in de naam des Heren; Hosanna in de hoogste hemelen!” (Matthéüs 21:9b)

Zondag – Palmzondag
De dag begint in Bethanië, een dorpje 3 kilometer ten oosten van Jeruzalem. Het was het dorpje van Maria en Martha, waar Lazarus werd opgewekt uit de dood. Het dorpje is er nog steeds. Het heet nu El Azaryah. Dat betekent: dorp van Lazarus.

Van Bethanië liep een voetpad over de Olijfberg naar Jeruzalem. Daar zei Jezus tot twee van Zijn discipelen: “Gaat naar het dorp (Betfage), dat tegenover u ligt, en terstond zult gij een ezelin vastgebonden vinden, en een veulen bij haar. Maakt haar los en brengt haar tot Mij. En indien iemand u iets erover mocht zeggen, zegt dan: de Here heeft ze nodig. Hij zal ze terstond (terug) zenden.” (Matthéüs 21:2,3)

Precies zo gebeurde het ook.
Waarom is deze gebeurtenis zo belangrijk?
Had Jezus die laatste paar kilometer naar Jeruzalem niet kunnen lopen?
Natuurlijk wel. Hij was een geoefend wandelaar.
Het antwoord vinden wij in Matthéüs 21 vers 4 en 5: “Dit is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen gesproken is door de profeet [Zacharia 9:9] toen hij zeide: Zegt der dochter Sions: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en rijdend op een ezel, en op een veulen, het jong van een lastdier.”

Er staan heel wat profetieën over Jezus in de Bijbel. Op bijna al de vervullingen van die profetieën kon Jezus geen invloed uitoefenen (bijvoorbeeld dat Hij geboren zou worden uit een maagd, dat Hij verraden zou worden voor dertig zilverlingen). Dit is echter een profetie die Jezus Zelf vervulde. Dat is geweldig belangrijk. Want door deze gebeurtenis maakte Jezus aan Jeruzalem, aan het Joodse volk en aan de hele wereld duidelijk: ‘Ik ben uw Koning; Ik ben de beloofde Messias’.

Begrepen de mensen die boodschap?
Het lijkt er wel op. Ze riepen immers: “Hosanna de Zoon van David, gezegend Hij, die komt in de naam des Heren.” Dat was een aanhaling uit Psalm 118:26. (De laatste van de zes ‘Hallel-Psalmen’. Zie de studie van gisteren). Maar, het is duidelijk dat de mensen hoopten dat Jezus de nieuwe koning van Israël zou worden en dat Hij het rijk van David zou herstellen. Zij zagen in Jezus de Messias als bevrijder van hun onderdrukkers. Daarom waren zij zo enthousiast.

Jezus begreep heel goed dat de feestvierende mensen er niets, maar dan ook helemaal niets van begrepen. Toen Hij even later de stad Jeruzalem voor Zich zag, werd Hij diep ontroerd en huilde.
Wat een contrast met de dolle menigte. Hij zag de pijn en het verdriet dat Jeruzalem en het Joodse volk wachtte. Op het einde van Zijn wereldse bediening moest Jezus concluderen: “Gij hebt de tijd niet opgemerkt dat God naar u omzag.” (Lucas 19:44b)

Door de gouden poort ging Hij de stad binnen. Dezelfde poort waardoor Hij nog eens als Messias zal binnentrekken (Ezechiël 43:4). Onmiddellijk ging Hij naar de tempel.

Toepassing: De meest trieste zin in het gedeelte van vandaag is: “Omdat gij de tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag.” God ziet ook naar u om. Merkt u dat? Sta vandaag eens stil bij het feit dat ook wij unieke kansen kunnen missen in onze omgang met Hem.

Gebed: Heer, help mij om Uw bemoeienissen met mij op te merken. Amen.

© Maximum Life