Lezen: Matthéüs 27:45-66
Vers voor vandaag: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” (Matthéüs 27:46b)
Vrijdag – De dood
Jezus werd verraden door een vriend. Het handjevol volgelingen dat nog over was liet Hem in de steek. Als een rover werd Hij gevangen genomen. Als een bandiet werd Hij voorgeleid. De mensen lachten Hem uit. Hij werd bespuwd. Iemand sloeg Hem in het gezicht. Een nacht lang werd Hij meegezeuld van de ene ‘rechter’ naar de andere. Uiteindelijk werd Hij veroordeeld in een proces dat ronduit een aanfluiting genoemd kan worden.
Hij werd vastgebonden aan een paal. Weerloos stond Hij tussen Zijn beulen. Hij werd geslagen met leren riempjes waarin stukjes ijzer verwerkt waren. Het bloed stroomde over Zijn lichaam. Toen werd een kroon van doornen op Zijn hoofd geduwd. Een purperen mantel werd over Zijn schouders gehangen. Iemand gaf Hem een stok in Zijn handen. “Wees gegroet, Gij koning der Joden!” (Matthéüs 27:29b)
Daarna moest Jezus Zijn eigen kruis dragen. Een kruis dat zo zwaar was dat Hij eronder bezweek. Op Golgotha trokken zij Hem Zijn kleren uit. Naakt en bebloed en kapot stond Hij zo tussen Zijn schepping. Hardhandig legden zij Hem op het kruis. Lange spijkers werden door Zijn handen en voeten geslagen. Ongetwijfeld heeft Jezus het uitgeschreeuwd van de pijn. Daarna werd het kruis overeind getrokken. Hij moest hangen aan Zijn eigen wonden. Onder verschrikkelijke pijnen.
Zo heeft Jezus daar gehangen tussen mensen die Hem uitlachten en bespotten. Ze riepen: “Red Uzelf, indien Gij Gods Zoon zijt, en kom af van dat kruis!” (Matthéüs 27:40b) Met één woord had Jezus dat kruis en de hele schepping omver kunnen gooien. Maar Hij deed het niet. Hij zei: “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.” (Lucas 23:34a)
Jezus Christus, de Schepper van hemel en aarde, was “als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders. Hij was veracht en van mensen verlaten. Om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.” (Jesaja 53:7,3a,5)
Urenlang heeft Jezus daar gehangen. Tussen twee misdadigers. Tussen hemel en aarde. Tussen God en de mensen. Verlaten door Zijn schepping, maar ook verlaten door Zijn Vader. Zó beladen was Jezus door de zonde, dat zelfs God, Zijn Vader Zich van Hem moest afkeren. Hij hing daar in absolute eenzaamheid. Vanuit die diepe duisternis heeft Jezus het met de laatste kracht die in Hem was uitgeroepen: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” (Matthéüs 27:46b)
Weet u wat het antwoord op die vraag is?
Om ons, om mij, om u. Jezus werd verlaten door Zijn Vader – God keerde Zich van Jezus af – om onze zonden. Zo is Jezus gestorven. Zijn laatste woorden waren: “Het is volbracht!” (Johannes 19:30)
Weet u wat mij zo overweldigt? Als ik de enige persoon zou zijn die ooit geleefd zou hebben, zou Jezus Christus precies hetzelfde hebben gedaan voor mij alleen. En als u de enige persoon zou zijn die ooit geleefd had, dan zou Jezus Christus alleen voor u de dood zijn ingegaan. Hij is niet gestorven omdat er voldoende mensen waren om voor te sterven. Hij is voor een ieder van ons persoonlijk gestorven.
Toepassing: Misschien wilt u vandaag neerknielen om Jezus te danken voor Zijn lijden en Zijn dood voor u persoonlijk.
Gebed: Heer Jezus, dank U voor Uw onbeschrijfelijk grote liefde voor mij. Amen.
© Maximum Life