Lezen: Hebreeën 13:1-25
Vers voor vandaag: “De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, bevestige u in alle goed, om zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in zijn ogen welbehagelijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.” (Hebreeën 13:20,21)
Naar aanleiding van Johannes 15 – de ware wijnstok – bestuderen wij een zestal vruchten die christenen voor hun ‘Landman’ mogen dragen. Drie vruchten hebben wij al besproken. Vandaag nog drie.
Eerste vrucht – Persoonlijke heiliging
Tweede vrucht – Groei in christelijk karakter
Derde vrucht – Mensen winnen voor Jezus
Vierde vrucht – Delen van wat wij hebben
In Romeinen 15:26-28 heeft Paulus het over een gift van de christenen in Macedonië en Acháje aan de armen onder de heiligen in Jeruzalem. In sommige vertalingen wordt het woordje ‘opbrengst’ met ‘vrucht’ vertaald.
Een rank ontvangt het leven van de wijnstok. Een rank kan niet anders dan dat leven doorgeven aan de vrucht. Zo is het ook met ons christenen. Als wij werkelijk ‘in’ Jezus zijn, dan kunnen wij niet anders dan doorgeven en delen met anderen. “Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de liefde Gods in hem?” (1 Johannes 3:17)
Vijfde vrucht – Goede werken
Wij worden niet verlost door onze werken maar door geloof. “Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme.” (Efeziërs 2:8,9)
Maar, goede werken zijn altijd het gevolg van verlossing. “Om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen.” (Colossenzen 1:10a) “Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.” (Matthéüs 5:16)
Zesde vrucht – Lofprijzing en aanbidding
In Hebreeën 13:15 staat: “Laten wij dan door Hem (Jezus) Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden.”
In de tijden van het Oude Testament brachten de gelovigen vruchten van het land als offer voor God. Wij mogen de vrucht van onze lippen brengen: lofprijzing, aanbidding en dankzegging. Dit is een vrucht die vele christenen verwaarloosd hebben. Veel christenen kennen niet echt de betekenis en de kracht van lofprijzing en aanbidding. Daarmee doen zij zichzelf tekort. Lofprijzing en aanbidding is een heel intieme uiting van genegenheid. Het is een manifestatie van een relatie die ver boven het rationele uitgaat. Bij lofprijzing en aanbidding is de ziel aan het woord.
Toepassing: Zes vruchten die wij als christenen voor onze ‘Landman’ mogen produceren zijn: (1) persoonlijke heiliging, (2) groei in christelijk karakter, (3) mensen winnen voor Jezus, (4) delen van wat wij hebben, (5) goede werken en (6) lofprijzing en aanbidding. Welke van deze vruchten heeft in uw leven de laatste tijd de minste kans gehad om te groeien?
Gebed: Heer, ik verlang ernaar dat de vrucht van ………………………………………… groeit in mijn leven. Amen.
© Maximum Life