Lezen: Matthéüs 2:1-12
Vers voor vandaag: “Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek. Immers, een en dezelfde is Heer over allen.” (Romeinen 10:12a)
Drie Koningen is in Zuid-Duitsland een vrije dag. Kinderen verkleden zich als koningen en trekken van huis tot huis. Zo gauw je de deur opent beginnen ze te zingen en met wierook te zwaaien. Daarna spreken ze een gebed uit en dan is het de bedoeling wat zoetigheid of fruit in een meegebrachte zak te deponeren. Tot slot schrijven ze met een krijtje boven de huisdeur het jaartal en dan C+M+B. Dat staat voor de namen van de drie koningen die de traditie ons aanreikt: Caspar, Melchior en Balthasar. Nadat de ‘koningen’ zijn vertrokken ruikt het huis nog dagen naar wierook.
Dat alles is een aardige katholieke traditie, maar wat valt er werkelijk over deze drie koningen te vertellen? Niet zo veel. Matthéüs is de enige evangelist die het verhaal vertelt en wat hij weergeeft is vrij beperkt. Eigenlijk weten wij maar heel weinig over deze ‘drie koningen’.
Bijvoorbeeld vertelt Matthéüs nergens dat het om drie personen gaat. Dat wij het steeds hebben over drie wijzen komt natuurlijk door het feit dat zij drie cadeaus achterlieten; goud, wierook en mirre.
Ook vertelt Matthéüs niet hoe deze personen heetten, en dat terwijl juist in die tijd de namen van mensen een heel belangrijke rol speelden. Het kan natuurlijk best zijn dat zij Caspar, Melchior en Balthasar heetten, maar het staat niet in de Bijbel.
Verder weten wij niet eens wie deze mensen waren. In onze Bijbel worden zij aangeduid met ‘wijzen’, andere vertalingen spreken over ‘magiërs’, ‘astronomen’ en zelfs ‘astrologen’. Dat laatste heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat deze mannen een ster volgden.
Soms worden deze personen ook koningen genoemd. Dat is waarschijnlijk gebaseerd op Psalm 72:10,11 waar staat: “Mogen de koningen van Tarsis en de kustlanden hem geschenken brengen, de koningen van Scheba en Seba hem schatting offeren, mogen alle koningen zich voor hem nederbuigen, alle volkeren hem dienen.”
We weten zelfs niet waar deze mannen vandaan kwamen. Het enige wat Matthéüs ons vertelt is dat zij uit het oosten kwamen. Dat is een wel erg algemene aanduiding.
Wel weten wij dat deze mannen waarschijnlijk rijk waren. Dit kunnen wij concluderen uit het feit dat zij het zich konden permitteren om een lange reis te maken en al die tijd zonder inkomen te leven. Bovendien gaven zij dure cadeaus aan het kindje Jezus.
Een tijdje geleden hoorde ik een dominee preken over het feit dat Jezus gekomen is voor de armen, de onderdrukten, de verwaarloosden. Dat klinkt natuurlijk aardig, maar het is niet waar. Jezus is gekomen voor alle mensen: rijken en armen. Het is juist heel mooi en tekenend dat de twee groepen die Jezus als kind bezochten twee sociale uitersten vertegenwoordigden. De eerste bezoekers waren de arme herders, daarna volgden de rijke wijzen uit het oosten. Voor God bestaat er geen onderscheid tussen rijk of arm, man of vrouw, Jood of Griek. Hij weet dat wij Hem allemaal even hard nodig hebben.
Toepassing: Maakt u in uw waardering en respect onderscheid tussen nationaliteiten; rijk en arm; man en vrouw? Als dat zo is handelt u niet overeenkomstig Gods wil.
Gebed: Heer, dank U dat wij voor U allemaal gelijkwaardig zijn. Amen.
© Maximum Life