Opwekking – deel 11 van 11

0
311
Een opwekking doet mensen offeren voor de dienst van de Heer!

Lezen: 2 Kronieken 35:7-19

Vers voor vandaag: “Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven.” (Lucas 6:38a)

Tien kenmerken van een opwekking
1. Een opwekking komt in tijden van geestelijke en morele duisternis.
2. Een opwekking begint bij onszelf.
3. Een opwekking begint altijd met een paar mensen.
4. Een opwekking is altijd gebaseerd op het Woord van God.
5. Een opwekking wordt vooraf gegaan door het belijden van zonden.
6. Een opwekking wordt altijd gedragen door gebed.
7. Het gevolg van een opwekking is altijd een sterke nadruk op evangelisatie.
8. Een opwekking heeft altijd sociale gevolgen.
9. Een opwekking brengt mensen ertoe om God te aanbidden.

10. Een opwekking doet mensen offeren voor de dienst van de Heer.
Ja, er gebeurde nog meer. De koning, de vorsten en het volk stelden vrijwillige gaven beschikbaar voor de dienst van de Heer. Zij gaven met gulle hand ter ere van God. Dat kunnen wij lezen in 2 Kronieken 35:7-9. “Josia stelde het gewone volk ter beschikking kleinvee, schapen en geiten, die alle dienden als Paasoffer voor ieder die zich daar bevond, ten getale van dertigduizend; benevens drieduizend runderen. Deze waren uit de have des konings. Zijn vorsten stelden een vrijwillige gave ter beschikking van het volk, de priesters en de Levieten. Hilkia, Zacharia en Jehiël, de oversten van het huis Gods, gaven aan de priesters voor de Paasoffers tweeduizend zeshonderd stuks (kleinvee) en driehonderd runderen. En Chonanja en zijn broeders Semaja en Nethaneël, benevens Hasabja, Jeïël en Jozabad, de oversten der Levieten, stelden voor de Paasoffers ter beschikking van de Levieten vijfduizend stuks (kleinvee) en vijfhonderd runderen.”

Jaren geleden belde een mevrouw mij met de vraag: “Wilt u eens bij ons langs komen, want ik heb een gift voor de organisatie waar u voor werkt.” Niet goed wetend wat ik verwachten kon zocht ik die mevrouw op. Ze woonde in een eenvoudige buurt, in een kleine rijtjeswoning. Ze begroette mij vriendelijk en bood mij een kopje koffie aan. Haar man, die werkloos was, nam deel aan het gesprek. We praatten over koetjes en kalfjes, maar ik voelde mij niet vrij om het onderwerp van financiën aan te snijden. Eerlijk gezegd had de omgeving mijn verwachtingen ook danig getemperd. Na verloop van tijd vertelde die mevrouw dat ze bijna veertig jaar lang in haar vrije tijd als schoonmaakster had gewerkt in een plaatselijk bejaardentehuis. “Al die jaren heb ik dat geld gespaard. Het is méér dan honderdduizend gulden. Ik wil het graag voor het evangelisatiewerk geven.” Ik wist niet meer hoe ik het had. Ik voelde mij beschaamd en verward. Hoe kon ik dat grote bedrag aannemen waar die mevrouw zoveel jaren voor gezwoegd had? Bovendien kon ik zien dat zij zelf dat geld goed konden gebruiken. Toen ik voorzichtig mijn gedachten onder woorden bracht, zei die mevrouw: “Wij willen dit geld graag geven voor het werk van de Heer omdat God een groot werk heeft gedaan in ons leven.” Bij deze mevrouw was het geven een direct gevolg van een opwekking in haar leven. Wanneer God iets nieuws doet in ons leven, dan is haast een vanzelfsprekend gevolg dat wij dit willen delen met anderen. Sommigen doen dat door er op uit te trekken. Anderen maken de verkondiging van het Evangelie mogelijk door financieel te ondersteunen. Hoe dan ook, er gebeurt wat.

Toepassing: Welke offers brengt u voor de dienst van de Heer en voor de verkondiging van het Evangelie? Kan het zijn dat God meer van u verwacht?

Gebed: Heer, leer mij om te geven. Amen.

© Maximum Life