Petrus – deel 2 van 8

0
326
De geest is gewillig, maar het vlees is zwak!

Lezen: Lucas 22:39-53 (zie ook Marcus 14:32-42)

Vers voor vandaag: “Maar al wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal ook Ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is.” (Matthéüs 10:33) Zie ook 2 Timótheüs 2:12.

Gisteren zijn wij begonnen met een serie studies over een heel interessante fase in het leven van de discipel Petrus. Tijdens het laatste avondmaal zei hij tegen Jezus: “Here, met U ben ik bereid ook gevangenis en dood in te gaan.” (Lucas 22:33) Dat meende Petrus zonder twijfel. Maar een goed voornemen is nog geen goede daad.

De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak
Na het eten van het Pascha, waarin Jezus het avondmaal had ingesteld, vertrok Hij met zijn discipelen naar de Olijfberg, Gethsemane, die ten oosten van de stad ligt. Hier brachten zij de nacht door. Jezus had een eenzame plaats opgezocht en bad in doodsangst tot de Vader. Hij was zó bang, dat Hij bloed begon te zweten. Vurig bad Hij: “Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede!” (Lucas 22:42)

Voordat Hij zich terugtrok had Hij tegen Zijn discipelen gezegd: “Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijft hier en waakt.” (Marcus 14:34) In de uren van grote geestelijk nood zocht Jezus een beetje steun bij zijn beste vrienden. Maar na de goede maaltijd en de wijn waren hun ogen zwaar geworden. Ze vielen de één na de ander in slaap.

Na een uur ging Jezus terug naar Zijn discipelen en vond hen allemaal in een diepe slaap. Jezus richtte zich toen tot Petrus, die even tevoren nog zo stellig beweerd had dat hij Jezus nooit in de steek zou laten. “Simon, slaapt gij? Waart gij niet bij machte één uur te waken? Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.” (Marcus 14:37b,38) Drie keer gebeurde hetzelfde. Drie keer vroeg Jezus zijn vrienden om met Hem te waken en te bidden. Drie keer lieten zij Hem in de steek. De discipelen wilden wel, maar ze konden niet.

In het holst van de nacht werd Jezus verraden door één van Zijn discipelen. Judas had hen tijdens de maaltijd verlaten om Jezus voor dertig zilverlingen aan de overpriesters en de hoofdlieden uit te leveren. Samen met een horde soldaten en nieuwsgierigen kwamen zij luidruchtig de Olijfberg op. Judas begroette Jezus met een kus. Dat alles werd Petrus te veel. Impulsief wilde hij Jezus verdedigen. Hij trok een zwaard en begon wild om zich heen te slaan. Hij trof de slaaf van de hogepriester, waarschijnlijk iemand die niet uit vrije wil van de partij was, en sloeg hem het rechteroor af. Jezus zei: “Laat het hierbij.” (Lucas 22:51a) Voor het oog van allen die waren gekomen om Hem gevangen te nemen deed Hij een wonder. Hij raakte het oor van de slaaf aan en genas hem. Dat maakte echter geen indruk op de schare. Ze zagen het niet eens. Ze hadden maar één doel voor ogen: Jezus gevangen nemen.

En wat deden de discipelen? Zij lieten Hem allemaal in de steek en vluchtten de donkere nacht in. Hoe anders reageerden zij dan zij zich hadden voorgenomen. Wat gedroegen zij zich anders dan zij Jezus beloofd hadden. De meesten dachten maar aan één ding; zo snel mogelijk wegkomen.

En wat deed de goede, oprechte, stoere Petrus? Hij probeerde zijn woorden van een paar uur daarvoor om te zetten in daden. Hij volgde Jezus. Dat wel, maar hij hield een veilige afstand. Zijn geest was gewillig, maar de goede man was bang.

Toepassing: Zijn de twee verzen voor vandaag volgens u van toepassing op Petrus? En op u?

Gebed: Jezus, geef mij de kracht om U nooit te verloochenen. Amen.

© Maximum Life