Psalm 23 – deel 9 van 12

0
302
Waartegen wil en kan de Heer ons beschermen?

Lezen: Psalm 121

Vers voor vandaag: “De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren.” (Psalm 121:7)

Hij beschermt – “Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij” (Psalm 23:4a)
Als de winter voorbij is verlaat de herder met zijn schapen de warme, veilige beschutting van de stal. Samen trekken ze er op uit; het avontuur tegemoet. De herder voorop; de schapen achter hem aan. In een rustig tempo trekken ze samen de bergen in; op zoek naar grazige weiden.
Maar, de weg naar de top is niet eenvoudig. De weg kan soms heel moeilijk zijn. De schapen moeten eerst door koude en donkere dalen. Ze trekken langs diepe, verraderlijke ravijnen. Ze moeten overnachten in plaatsen waar wilde dieren zich ophouden. Ze raken vermoeid en worden onzeker. De reis lijkt soms uitzichtloos.

Dat is de situatie die David schildert in het vierde vers van Psalm 23. En hij weet er natuurlijk alles van. Als oud-herder geeft hij te kennen dat schapen zelfs in zulke moeilijke omstandigheden niet bang hoeven te zijn. Ondanks alle bedreigingen die ze onderweg tegenkomen; ondanks alle duisternis; ondanks alle onzekerheid hoeven ze niet te vrezen. Waarom niet?

Niet omdat schapen zulke dappere beesten zijn, want schapen zijn juist helemaal niet dapper. Schapen zijn heel gemakkelijk van slag. Het zijn bange beesten.
Er is maar één reden waarom schapen in zo’n situatie niet bang hoeven te zijn, en dat is omdat de herder bij hen is. Ze volgen hem. Hij leidt hen. Hij houdt hen in de gaten. Hij beschermt hen.

Wat een prachtig beeld van het christenleven. Als christenen zijn wij ook onderweg naar grazige weiden op de top. Wij volgen onze Herder naar een plaats van diepe rust en weldadige overvloed. Met Hem zijn wij op weg naar een plaats waar vrede en geluk heerst. Een plaats waar geen pijn meer zal zijn en geen verdriet. Een plaats waar wij voor altijd bij Hem zullen zijn; de hemel.

Maar, de weg naar die plaats is niet altijd eenvoudig. Soms moeten ook wij door koude en donkere dalen. Soms is ook voor ons de weg zo smal dat we niet meer goed weten hoe we verder kunnen. Soms ook worden wij bedreigd door allerlei ‘wilde dieren’.
Wat een geweldige troost is het in zulke situaties te weten dat de Heer onze Herder is. En wat een troost is het dan om te weten dat onze Herder in de buurt is. Wat een rust geeft het om te weten dat Zijn oog op ons is; dat Hij voor ons zorgt; dat Hij ons niet loslaat. Die zekerheid geeft troost. Het geeft een diepe innerlijke rust, hoe moeilijk de omstandigheden tijdelijk ook mogen zijn.

Waartegen wil en kan de Heer ons zoal beschermen?
Kwaad – “Getrouw is de Here, die u sterken zal en u bewaren voor de boze.” (2 Thessalonicenzen 3:3)
Verzoeking – “God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.” (1 Corinthiërs 10:13b)
Vijanden – “Dit weet ik: dat God met mij is.” (Lees Psalm 56:6-12)
Struikelen – “Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden.” (Judas:24a)
Gevaren – “Onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht.” (Lees Psalm 91:3-9)
Onheil – “In de schaduw van uw vleugelen zal ik schuilen, totdat het onheil voorbij is.” (Psalm 57:2b)

Toepassing: Bent u nu misschien in een dal? Vertrouwt u op Gods bescherming en uitkomst?

Gebed: Heer, dank U dat U mij veel beter beschermt dan ik mij ooit realiseren kan. Amen.

© Maximum Life