In veel gevallen gaat het om broodnood en noodhulp om te voorkomen dat mensen uit hun huis worden gezet of nutsvoorzieningen worden afgesloten. Kerken bieden hulp omdat de overheid niet voldoende garanties biedt op het voorkomen van armoede. De hulp van kerken ten opzichte van armoedebestrijding biedt een steeds grotere en relevante bijdrage aan een groeiend maatschappelijk probleem.
Groei hulpvragen
Het totaal aantal hulpvragen is gestegen van circa 40.000 in 2012 naar 50.000 in 2015. De individuele hulp bestaat uit financiële giften, hulp in natura of leningen. Daarnaast doen kerken veel aan collectieve hulp via de voedselbank, inloophuizen, projecten rond armoedebestrijding en projecten die specifiek gericht zijn op kinderen in armoede.
Grotere financiële bijdrage
Minder diaconale organisaties (3.633 in 2015 tegen 3.895 in 2012) leveren ondanks de krimp van eigen middelen, een aanzienlijk grotere financiële bijdrage aan het bestrijden van armoede in vergelijking met drie jaar geleden. Aan individuele financiële hulpverlening is € 13.5 miljoen besteed (€ 12 miljoen in 2012) en aan collectieve hulpverlening € 15.2 miljoen (€ 11 miljoen in 2012).
Vrijwilligersuren
Het onderzoek laat zien dat kerkelijke vrijwilligers zo’n 549.700 uur besteden aan individuele ondersteuning en 728.600 uur aan collectieve ondersteuning bij armoede. De in totaal 1.278.300 uur laat zien dat kerken een intensieve bijdrage leveren aan de bestrijding van armoede. Het sociale kapitaal dat de kerken inzetten aan de onderkant van de samenleving om de effecten van armoede te bestrijden bedraagt, omgezet naar betaalde dienstverlening, € 38.3 miljoen.
Kwetsbare groepen
De kerkelijke betrokkenheid bij projecten die directe aandacht en hulp bieden aan kwetsbare groepen is toegenomen. De belangrijkste doelgroep zijn mensen zonder betaald werk, direct gevolgd door alleenstaande ouders met kinderen. Asielzoekers staan op de derde plek, gevolgd door mensen met psychische problemen en ouderen boven 65 jaar.
Eerste levensbehoeften
Kerken helpen zonder onderscheid van personen en vooral in urgente situaties waarbij het gaat om eerste levensbehoeften zoals wonen en voeding. De meeste kerken zijn betrokken bij een voedselbank door de inzet van vrijwilligers, het inzamelen van voedsel en het beschikbaar stellen van het kerkgebouw. Kledingwinkels en ruilwinkels zijn in opkomst, net zoals maatjesprojecten om mensen met financiële problemen te ondersteunen.
Overheid kan meer doen
De overheid kan meer doen aan het voorkomen van armoede, blijkt uit het onderzoek. Bijvoorbeeld door zeer kwetsbare groepen meer en gerichter te ondersteunen en minder bureaucratisch te werken. Kerken bieden hulp omdat de overheid niet voldoende garanties biedt op het voorkomen van armoede. Ze brengen in gesprekken met bestuurders en lokale politici – zelfstandig of vanuit een noodfonds of diaconaal platform – knelpunten in en suggesties om het beleid aan te passen.