Ze moesten daar in veel gevallen een hoge prijs voor betalen. Deze pioniers kochten braakliggende, moerassige akkers waarvoor ze contant betaalden. Deze zionisten beulden zich af om de moerassen droog te leggen, en veel van hen stierven aan malaria.
Parijs valt de twijfelachtige eer te beurt dat door het groeiende antisemitisme in de negentiende eeuw, ook het zionisme zich sneller kon ontwikkelen. De Frans-Joodse officier Alfred Dreyfus werd in 1894 in Parijs wegens landverraad naar het beruchte Duivelseiland verbannen. Pas vele jaren later werd hij gerehabiliteerd. Een andere Jood, Theodor Herzl, schreef in de Weense krant ‘Die Neue Freie Presse’ over het proces tegen Dreyfus.
Hij raakte ervan overtuigd dat Joden een eigen staat nodig hadden om in vrijheid te kunnen leven. Herzl werd in 1860 in Boedapest geboren uit een geassimileerd Joods geslacht. Zijn droom over een Joodse staat bracht hem ertoe in 1897 een congres in Bazel te organiseren.
Na dit congres schreef Herzl in zijn dagboek: ‘In Bazel is de basis gelegd voor de Joodse staat. Als ik dat nu in het openbaar zou beweren, zou ik worden uitgelachen. Maar tussen de vijf en vijftig jaar zal de wereld een Joodse staat rijker zijn.’ Was Herzl een moderne profeet? Want precies na vijftig jaar, op 29 november 1947, besloot de Algemene Vergadering van de VN tot een verdeling van Palestina in een Joodse en een Arabische staat. Jeruzalem en Bethlehem zouden onder internationaal toezicht worden gesteld.
Het Joods Agentschap accepteerde de resolutie, maar de Arabieren wezen hem af. De regeringen van de Arabische buurlanden kondigden aan dat, op het moment dat er een Joodse staat zou worden opgericht, zij die zouden aanvallen.