‘Zendingskolonialisme vaak kwestie van geld’

0
341
Er bestaat nog wel degelijk zending met kolonialistische trekjes, maar die wordt een randverschijnsel, los van nationale kerken in de uitheemse landen. Dat zei, in maart 2015, Maarten Visser, kerkplanter in Thailand, in De Oogst (foto Martin en Esther Visser).

Door Zending is intussen wel het Evangelie over de wereld verbreid en kregen ontelbare mensen nieuw leven, constateert hij. “Praten over gevaren die er kleven aan zending is dus een beetje als praten over het gevaar van water. Het is geen onzin, maar zending (of water) afschaffen is een rampzalig alternatief.”

Onder koloniale trekjes verstaat hij vooral massabijeenkomsten met buitenlandse predikers (al dan niet met onrealistische beloften van genezing), weeshuizen voor kinderen die beter bij hun ouders hadden kunnen blijven, jeugdgroepen die een kerkje komen verven, terwijl de lokale schilder het voor 1% van de kosten kan doen (en dan niet werkloos is) en allerlei programma’s die door buitenlandse donors zijn bedacht. Kolonialisme verdient geen steun, maar daarmee veroordeelt Visser geenszins alle zending. Kleine koninkrijkjes die rond een zendingswerkers worden gebouwd, hebben naar zijn mening nauwelijks invloed op de in de zendingslanden bestaande kerken.

Hij noemt het voorbeeld van Thailand waar hij zelf werkt. Daar zijn 2500 Thaise predikanten en ongeveer 1250 zendelingen. Onder de 100 meest invloedrijke christenen komen volgens hem hooguit vijf buitenlandse werkers voor en niet één koloniale zendeling. Die in het bijzonder hebben niet zoveel impact als zij zelf denken. meent Visser.

“De nationale kerk heeft leiders die weten wat ze willen en hoe ze dat moeten bereiken. Zendelingen kunnen dat ondersteunen, maar het is onwaarschijnlijk dat ze daar grote invloed op uitoefenen”, schrijft hij. En de grootste kerkgroei vindt plaats in streken waar geen zendelingen zijn, al hebben de kerkplanters en evangelisten er vaak wel onder invloed van zendelingen gestaan. Maar op die manier raakte de prediking wel de buitenlandse ‘geur’ kwijt.

“Kolonialisme komt voort uit machtsongelijkheid”, aldus Visser. “Vroeger ging dat vaak ok over politiek en kennis. Het belangrijkste gebied waar kolonialisme nu nog op de loer blijft liggen, is financiën.” Daaruit komen volgens hem al die randverschijnselen buiten de nationale kerk voort. Hij adviseert zendelingen dan ook zich vooral – buiten de bestaande kerken – te richten op liefdevolle verspreiding van het Evangelie aan wie de Here Jezus nog niet kennen en partnerkerken niet afhankelijk te maken van buitenlands geld.