Wat maakt wetgeving qua uitvoering dan zo ingewikkeld?
‘Vooral dat wetgeving regelmatig aan wijziging onderhevig is. De WNT is daarvan een sprekend voorbeeld. Elke wijziging kent namelijk ook weer een overgangsregeling. Dus je krijgt niet alleen een stapeling van wijziging op wijziging, maar ook van overgangsregeling op overgangsregeling. Is het vreemd dat vrijwel niemand meer weet hoe het in elkaar steekt?’ zo vraagt Rozendaal. ‘Bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken is er een vragendesk waar ze ook niet altijd het antwoord weten op vragen die wij over de uitvoering van deze regeling stellen. Dat spreekt boekdelen.’
In het primair onderwijs wordt vooral geklaagd over de administratieve lastendruk. Alles moet gedocumenteerd en verantwoord worden… Wat is uw beeld van deze discussie?
Rozendaal: ‘Qua administratieve lasten wordt er de laatste jaren meer van een leerkracht gevraagd. Er moeten allerlei dingen over de leerlingen en de gegeven lessen worden bijhouden en vastgelegd. Denk aan leerlingvolgsystemen. Het gebeuren op school is steeds meer ingekaderd in allerlei regels. Dat vergt meer overleg. Leraren hebben daarmee te maken en directies nog meer. Terwijl vroeger het schoolhoofd vier dagen per week voor de klas stond en een dag inruimde voor zijn directietaken, kun je daar tegenwoordig wel anderhalve weektaak voor reserveren.’
Het Ministerie van OCW zegt dat het bezig is met onnodige regels op te ruimen
Rozendaal: ‘De overheid zegt wel dat zij probeert de administratieve lastendruk te verminderen. Maar mijn grote vraag is dan waarom ik daar in het veld zo bitter weinig van merk. Voor elke regel die eraf gaat, komen er bij wijze van spreken drie nieuwe in de plaats.’
Vooral kleinere scholen raken bekneld
Rozendaal: ‘Een aantal scholen worstelt met het good governance-concept, ofwel de scheiding tussen bestuur en toezicht. Ongeveer vijf jaar geleden is de wet goed onderwijs goed bestuur tot stand gekomen. Zeker bij de kleinere onderwijsinstellingen merk ik dat die alle zeilen moeten bijzetten om hun organisatie volgens de wettelijke richtlijnen vorm te geven’
Grondwettelijke onderwijsvrijheid wordt in de praktijk verder beperkt
Rozendaal vindt dat politici en beleidsmakers bij iedere wetgeving en wijziging van de regels serieus moeten nadenken over de uitvoerbaarheid ervan en de consequenties voor de administratieve lasten. ‘Het gestapelde effect van de toenemende regeldruk, wijzigingen in financieringsregelingen en opheffingsnormen is dat – ik hoop zonder vooropgezette bedoeling – sluipenderwijs de financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs steeds meer bekneld raakt. Een groter deel van de ouders kan dan hun kinderen niet naar een school sturen die qua identiteit aansluit bij de opvoeding thuis. De grondwettelijke vrijheid die artikel 23 biedt, wordt daardoor in de praktijk verder beperkt.’
Europese aanbestedingsregels belemmeren concurrentie in schoolboekenmarkt
Rozendaal: ‘Een ander sprekend voorbeeld betreft de aanbestedingswetgeving. Het doel van de regelgeving is eerlijke concurrentieverhoudingen, ook tussen grote en kleine bedrijven. Maar het effect in de praktijk is vaak tegengesteld. Zie de inkoop van schoolboeken. Vroeger lieten veel scholen dit lopen via een plaatselijke of regionale boekhandel. Maar tegenwoordig zijn er nog maar twee of drie aanbieders van schoolboeken. Dus de concurrentie die er eerst wel was, is nu praktisch verdwenen. De aanbestedingswetgeving heeft ‘Den Haag’ extra ingewikkeld gemaakt, waardoor een midden- of kleinbedrijf niet eens aan een inschrijving meedoet.’
Bestelinformatie:
Het Zichtnummer ‘Vrij en vormend onderwijs’ telt 116 pagina’s en is voor € 7,00 (excl. verzendkosten) te bestellen in de webshop van de SGP. Voor slechts € 15,00 kunt u een jaar lang kennismaken met Zicht. De normale abonnementsprijs is € 21,50 per jaar. Studenten en SGP-jongeren betalen € 12,50 per jaar.