Dan gaat alles eigenlijk heel snel. Er stopt een auto en er stapt een man uit die daar vlakbij woonde. Die stelde direct voor dat er een ambulance moest komen zodat er naar deze man gekeken kon worden. Voordat we het wisten belde hij een ambulance. Inmiddels vertelde de gevallen man dat hij parkinson had en hij daardoor was gestruikeld. Ik zag zijn beide onderarmen beven. Hij leunde zwaar tegen mijn onderbenen. Ik vroeg aan de beller hoe snel de ambulance hier zou zijn. Een minuut of zes, zeven, zei hij. Inmiddels stopte er een taxibusje van schoolvervoer. De chauffeur bood zijn hulp aan omdat hij EHBO had. Hij mocht van ons doorrijden. Een andere auto stopte. Het raampje ging open. Een vrouw van de thuiszorgcentrale bood ook haar hulp aan. We stuurden haar gerustgesteld door. Er stopte weer een auto. Alweer een man die van zijn werk kwam en daar woonde. Hij zat in de beveiliging en had ook wel EHBO gehad zo vertelde hij. Maar de ambulance beller zei dat we wel op de ambulance zouden wachten. Dan konden die broeders gelijk naar mijn onderbenen kijken dacht ik want het duurde wel erg lang. Ik bad zachtjes in mijzelf dat de ambulance snel mocht komen en dat de man niets ernstigs zou overhouden.
Eindelijk hoorden we, tot mijn opluchting, de sirene in de verte en even later stapten de broeders eruit met hun blauwe handschoenen aan. Zij ontfermden zich heel rustig over de gevallen man en vroegen hem de dingen die wij ook hadden gevraagd. Zij stelden voor hem overeind te zetten en even in de ambulance te liggen voor een nader controle onderzoek. Een last viel van mijn benen af toen ze hem overeind trokken. Wij werden bedankt en vervolgden onze wandeling. Ik moest denken aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Ik zei tegen mijn vrouw dat we de Heer dankbaar mogen zijn voor al die barmhartige Samaritanen die ons dorp rijk is. Zo velen boden hun hulp aan. Geweldig. De andere dag hoorden we via, via, dat het met de man goed ging. Met mij ook, alleen wat spierpijn aan mijn onderbenen.
Peter