Lezen: 1 Timótheüs 3:1-16
Vers voor vandaag: “Dit is een betrouwbaar woord: indien iemand staat naar het opzienersambt, dan begeert hij een voortreffelijke taak.” (1 Timótheüs 3:1)
Paulus verbleef al met al zo’n drie jaar in Efeze. Dat was een heel vruchtbare tijd in zijn bediening. In Handelingen 19 kunnen wij lezen dat iedereen in de hele streek in aanraking kwam met het Evangelie. In het begin ging het goed met de gemeente in Efeze. Maar toen kwamen de problemen.
Problemen in de gemeente in Efeze
Het is heel interessant om te weten dat Timótheüs het grootste deel van de tijd die Paulus doorbracht in Efeze bij hem was. Het is dan ook helemaal niet vreemd dat diezelfde Timótheüs later de leider werd van de gemeente in Efeze. Hij kende immers de situatie in de stad. Hij kende de mensen. Maar, tegen de tijd dat Timótheüs de brieven van Paulus ontving, zat de gemeente in Efeze behoorlijk in de problemen. Die problemen snijdt Paulus aan in zijn brieven.
“Blijf nog te Efeze, om sommigen te bevelen geen andere leer te brengen, noch zich bezig te houden met fabels en eindeloze geslachtsregisters, die veeleer moeilijkheden ten gevolge hebben dan door God gegeven leiding in het geloof.” (1 Timótheüs 1:3,4)
“Door dit spoor te verlaten zijn sommigen vervallen tot ijdel gepraat.” (1 Timótheüs 1:6)
“Hun geloof heeft schipbreuk geleden.” (1 Timótheüs 1:19b)
“In latere tijden zullen sommigen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen.” (1 Timótheüs 4:1)
“Indien iemand een andere leer verkondigt en zich niet voegt naar de gezonde woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer der godsvrucht, dan is hij opgeblazen, hoewel hij niets weet, en heeft hij een zwak voor geschillen en haarkloverijen, een bron van nijd, twist, lasteringen, kwade vermoedens, en geharrewar bij mensen die niet helder meer zijn van denken en het spoor der waarheid bijster geraakt zijn, daar zij de godsvrucht als iets winstgevends beschouwen.” (1 Timótheüs 6:3-5)
“Blijf dit in herinnering brengen en betuig in de tegenwoordigheid van God, dat men geen woordenstrijd moet voeren, die tot niets nut is, (ja) verderf brengt aan wie ernaar horen.” (2 Timótheüs 2:14)
“Vermijd de onheilige, holle klanken; want zij zullen de goddeloosheid nog verder drijven en hun woord zal voortwoekeren als de kanker.” (2 Timótheüs 2:16,17a)
“Want er komt een tijd dat (de mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren.” (2 Timótheüs 4:3)
In de gemeente in Efeze werden valse dogma’s verkondigd. Sommige mensen hadden wilde ideeën over hun verlossing. Er waren ruzies en allerlei discussies. Er was openlijke zonde. Mensen in de kerk keerden zich van Jezus Christus af. Er was jaloezie, er waren scheldpartijen en verdachtmakingen. En temidden van dit alles bevond zich de jonge evangelist Timótheüs.
In de twee brieven aan Timótheüs probeert Paulus de jonge evangelist te bemoedigen met veel praktische adviezen. Morgen beginnen wij met het bestuderen van zeven kenmerken die de relatie tussen Paulus en Timótheüs karakteriseren.
Toepassing: Eén van de redenen waarom het zo belangrijk is om de brieven van Paulus aan Timótheüs te bestuderen is de parallel die er is tussen Timótheüs in Efeze en ons christenen in deze tijd. Hoe vergaat het u temidden van allerlei problemen? Blijft u staande? Hoe doet u uw werk? Behoudt u het geloof, uw enthousiasme, uw toewijding?
Gebed: Heer, help mij om een ‘oplossing’ te zijn en geen ‘probleem’. Amen.
© Maximum Life