Lezen: 2 Timótheüs 1:1-2:26
Vers voor vandaag: “Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.” (2 Timótheüs 2:13)
Zeven kenmerken van de relatie tussen Paulus en Timótheüs
1. Paulus leidde Timótheüs tot de Heer
2. Paulus hield van Timótheüs
3. Paulus bracht veel tijd door met Timótheüs
4. Paulus gaf Timótheüs een geestelijke opleiding
5.Paulus gaf Timótheüs verantwoording
Daar begon Paulus direct mee. Tijdens de eerste reis die Timótheüs met Paulus ondernam, kreeg hij onmiddellijk belangrijk werk te doen. In Handelingen 17 kunnen wij lezen dat Paulus de stad Berea hals over kop moest verlaten omdat de Joden uit Thessaloniki de mensen opzetten tegen Paulus. Toen dat gebeurde liet Paulus Timótheüs en Silas achter om het werk af te maken. Later zond Paulus Timótheüs heel wat keren op pad met een speciale opdracht.
Het is duidelijk dat Paulus nooit zijn geweldige bediening had kunnen hebben als hij zijn werk niet vermenigvuldigd had in zijn discipelen, in mensen zoals Timótheüs.
In management termen heet dat ‘delegeren’. Dat wil zeggen het overdragen van taken en verantwoordelijkheden. Natuurlijk zijn daar gevaren aan verbonden. Het eerste gevaar is dat de discipel zijn of haar werk niet goed doet. Hij of zij kan fouten maken; het werk verknallen. Maar er is ook een ander gevaar. Dat is dat de discipel uiteindelijk het werk beter doet dan zijn of haar leider. Het gevaar bestaat dat hij of zij de leider voorbijstreeft. Dat gebeurde o.a. met Barnabas die Paulus leidde. In het begin was Barnabas de leider, later was hij de ‘volger’.
Maar, als wij onze bediening willen vermenigvuldigen en echt willen bouwen in de levens van anderen zullen wij beide risico’s moeten accepteren.
6. Paulus bad voor Timótheüs
“Ik breng dank aan God die ik, evenals mijn voorouders, met een rein geweten dien, dat ik u onophoudelijk mag gedenken in mijn gebeden, nacht en dag.” (2 Timótheüs 1:3) Iemand opleiden en daarna loslaten voor een bediening is niet hetzelfde als die persoon vergeten. Een leider kan een belangrijke rol blijven spelen in het leven van zijn discipel door voor hem te bidden. Paulus schrijft zelfs dat hij onophoudelijk voor Timótheüs bidt, dag en nacht. Dat laat zijn diepe genegenheid en betrokkenheid zien bij het leven van zijn jonge discipel.
7. Paulus bemoedigde Timótheüs
Timótheüs was een jonge man van 30 of 35 jaar. Hij was grootgebracht door twee vrouwen. Waarschijnlijk was hij een beetje timide. Mogelijk was hij meer een ‘volger’ dan een leider. En deze jonge Timótheüs bevond zich in moeilijke omstandigheden in Efeze. Hij had de verantwoording voor een gemeente waarin van alles scheef ging. Daarom schreef Paulus hem twee brieven. Hij wilde hem aanmoedigen niet op te geven. Hij wilde hem in moeilijke omstandigheden een hart onder de riem steken. Dat deed hij door onophoudelijk voor Timótheüs te bidden en door twee brieven te schrijven vol met praktische adviezen. Dat is echt bidden en werken.
Toepassing: Wat kunt u vandaag doen (zowel met bidden als ook met werken) om mensen om u heen te bemoedigen?
Gebed: Heer, ik verlang ernaar om een positieve invloed te zijn in het leven van mensen. Amen.
© Maximum Life