Betty Smit (71) maakt werk kleinschaliger

0
210
Zendelinge Betty Smit in het Amazonegebied van Brazilië, die daar op jonge leeftijd kwam en er bleef, is bezig haar werk kleinschaliger te maken. De laatste jaren werkt zij, samen met haar Braziliaanse man (een arts) José, op diverse locaties vooral onder drugsverslaafden. Smit is nu 71. “We mogen op wat voor manier dan ook blijven werken totdat Jezus terugkomt om ons naar Zijn huis te halen”, schrijft ze in ‘Kontakt et Manaus’, het blad van Stichting Zending Amazones. “Daar mogen wij met al die ex-verslaafden de Heer prijzen voor al deze toewijdingen en reddingen.”

Zij werkt met een vrij kort programma op twee locaties, respectievelijk voor jongens (tien dagen) en meisjes (vier dagen). Op dit moment melden zich meer jongens dan meisjes en worden de afkickprogramma’s alleen nog gegeven in het tehuis Ester. De andere locatie, Rocanto, is de stichting bezig te verkopen.
“Het is beter om het werk op één plek te concentreren, nu ik de opzet van het werk, gelet op onze leeftijd, kleinschaliger wil maken. Op deze manier kan ik het nog goed volhouden. En we merken de hand van de Heer hierin. Op een heel rustige manier hebben we het werk op Rocanto kunnen afbouwen. We zijn nu bezig een koper te zoeken, die Rocanto een bestemming geeft die in overeenstemming is met onze doelstelling.” Onder de verslaafden bevinden zich volwassen mannen, moeders van gezinnen, meisjes en kinderen van 5,6,10 en 17 jaar.

Betty Smit, in 1943 geboren in een Zwols, Nederlands Hervormd middenstandsgezin, kwam door haar werk als kinderverzorgster in aanraking met het Leger des Heils. Later belandde zij in een pinkstergemeente, die overigens moeite had met de in haar ogen onbesuisde manier waarop zij op de bonnefooi (door de Heer geleid, zei ze zelf) naar de Amazones trok.

Zij wilde er Hoop brengen in de Groene Hel. Van 1968 af trok zij per boot de jungle in, om er mensen in erbarmelijke omstandigheden te ontmoeten: Indianen en rubbertappers, die tot in de zestiger jaren in feite nog in slavernij leefden. Zij gaf de zieken medicijnen, voedsel en als het kon kleding. Maar ze nodigde de mensen ook uit voor samenkomsten. Financieel was zij volledig afhankelijk van een handjevol vrienden in Nederland.

Nationale bekendheid kreeg ze via een NCRV televisie-uitzending van Jan van Hillo in 1972. De jonge, tengere blondine stal de harten van duizenden Nederlanders. Met meer dan een half miljoen (toen nog) gulden vertrok zij opnieuw naar de groene Hel van Brazilië.

Het werk is in de loop der jaren voortdurend veranderd en richt zich te laatste jaren dus vooral op verslaafden.