Er is nog heel veel te doen!

0
336
Uitdaging medewerkster Marrie van der Feen was met haar zoon Mark, die concertpianist is, in 2016 drie weken in Brazilië om te helpen in de sloppenwijken van de favela’s. Hier een greep uit haar verslag.

Wanderley
We hebben sinds gisteren internet in ons appartement. Wat een wonder! Onze gastheer heet Wanderley en we hebben hem omgedoopt tot: wonderlijk. Ik wil God daarmee niet tekort doen, want ik ben er diep van overtuigd, dat Hij het is, die ook hier voor ons zorgt. Van Wanderley mogen we zijn appartement aan de zeekust van Rio de Janeiro gebruiken (met uitzicht op de oceaan). Toen hij vernam dat wij in de sloppenwijken gingen werken bood hij ons zijn leegstaande appartement aan. Regelmatig brengt hij ons lekkere dingen. We genieten er heel erg van en denken dan even niet aan alle ellende die we hier zien.

Wanderley vertelde hoe hij eens, door hartproblemen, bewusteloos op straat lag in Rio en dat niemand van de rijken zich met hem bemoeide. Toen kwam een arme man voorbij, die stopte en hem in zijn stokoude auto en bracht hem naar het ziekenhuis. Zo werd zijn leven gered.

Beroofd
Op een van de eerste avonden hier werden wij op een haar na beroofd van onze koffer vol boekjes, Cd’s, stroopwafels en boterbabbelaars, die ik voor de Nederlandse zendelingen hier heb meegenomen. Even de smaak van thuis. Mosselen of snert neem je niet zo makkelijk mee.

Na een samenkomst in een kerk gingen we met de bus terug naar ons appartement. Een lange zware rit, over een berg, met veel bochten, gaten en bobbels op de weg. We hadden twee jongens de bus zien binnen komen. Een van hen leek een arm te missen, zijn shirt hing leeg over zijn schouder. Een poosje later stonden deze jongens vlak bij mijn koffer in de speciale kofferruimte in het midden van de bus.

Ik bestudeerde de schouder van de jongen en vroeg me af of hij echt een arm miste, want ik meende een stuk arm te zien, maar het was niet erg duidelijk. Het flitste door me heen, dat het vaak zulke jonge jongens zijn, die overvallen plegen, maar verder stond ik er niet bij stil. Wel vroeg ik Mark mijn koffer bij zich te zetten en te openen, zodat de jongens zouden zien dat er niks bijzonders voor hen in zat. Mark deed het. Toen moesten we de bus verlaten op een relatief rustige plek. Ik haalde opgelucht adem toen ik merkte, dat de jongens ons niet waren gevolgd. Mark vertelde dat hij het pistool van de jongen had gezien, toen hij het koffer pakte. Ineens snapten we waarom een van de jongens zijn T-shirt over zijn hoofd had getrokken. Dan ben je onherkenbaar voor de camera’s in de bus. Een beroving was heel dichtbij geweest, want als de jongens waren uitgestapt hadden we op zijn minst al onze spullen moeten afgeven onder bedreiging van een pistool. We zagen dit gebeuren als een waarschuwing. Vanaf dat moment zijn we voorzichtiger geworden. Ik nam nog slechts het hoognodige mee in een onooglijk tasje en Mark besloot zijn geleende keyboard niet meer mee te nemen naar de favela.

Muziek
Mark deed samen met Pauline de Vet een muziek workshop voor de studenten van de ‘Children at Risk’ school in een grote kerkzaal van een Baptistengemeente, nadat hij eerst de kleine vleugel die er stond, had gerepareerd en gestemd. Na jaren kan deze nu weer gebruikt worden. Het werd een muzikaal feest. Mark en Pauline speelden prachtig en lieten zien welke positieve invloed er van muziek kan uitgaan.

Uit de Bijbel werd het stuk gelezen, waar David voor Saul speelt, die last had van “een boze geest”. Hoewel aarzelend, kwamen de studenten in beweging met de instrumenten die ze hadden meegenomen. Een student, die lange tijd niet gezongen had, hervond zijn stem. Hij schreeuwde het bijna uit, toen ‘O happy day when Jesus washed my sins away’ gezongen werd. Het was een feest en (bijna) iedereen was aan het dansen. De meiden namen me mee in een reidans, razend snel, bukkend, tussen en onder de armen door … hoe oud ben ik ook al weer?

Daarna was het mijn beurt om les te geven over traumaverwerking na seksueel misbruik. Ik had mijn les grondig voorbereid in het Engels, want ik wilde een volledig verhaal doen en de studenten echt iets meegeven over dit ingewikkelde onderwerp op gevaar af saai te worden vanwege de uitgebreide informatie. Gelukkig gaven ze aan zich niet te vervelen.

Als je de armen en ellendigen gaat helpen krijg je ook te maken met seksueel misbruik. Het is een voorrecht om de roeping van Jezus om op te komen voor de verworpenen op te volgen. Meer dan ooit ervaar ik zelf de hulp van de Heiland, die ons voortdurend laat merken, dat Hij ons leidt.

Liefde en enthousiasme
Maar ook van het werk in de sloppenwijken genieten we. We worden omringd met liefde en enthousiasme en regelmatig worden we plat gedrukt in een warme Braziliaanse knuffel. De mensen houden niet op ons duidelijk te maken hoe blij ze zijn, dat we hen komen opzoeken.

Pastor Veloso, is voorganger van een christelijke kerk in Juramento. Sinds enige tijd gaan een aantal christenen van zijn kerk elke maandag in de namiddag Juramento in en lopen een uur langs de smalle, soms steile, trapjes de heuvel van de favela op naar een klein kerkje bovenop de heuvel. Een prachtig uitzicht over de reuzenstad Rio de Janeiro, maar let even niet op de troep die overal tussen het riet en de huizen ligt.

Onderweg wordt er met de mensen gepraat, knuffels, bemoedigingen en gebeden uitgedeeld. Er gaat een goed geluid uit van deze kerk, de mensen weten het, de drugsbendes schieten niet op hen en zullen hen niet beroven. Als je maar een grote dikke bijbel onder je arm hebt als je de berg oploopt … het zwaard van de geest. Leden van de drugsbende lopen met echte Kalasjnikovs.

Op ons werd ook niet geschoten toen we naar de sloppenwijk in Pavuna gingen. We zagen de leden van de bendes niet eens, want we letten alleen op de talloze kinderen, die tussen de hutjes aan het spelen waren of die aan onze arm hingen. Eentje zat in een regenton en goot water over zich heen. Ik zag zijn natte glimmende kopje ineens boven de ton uit komen. Er was zelfs een “glijbaan” gemaakt van een paar planken, die meer als klimplank werd gebruikt, want een spijker in je billen is geen pretje. Pauline speelde viool voor de kinderen en deed met Mark een sketch. Ik was heel trots op mijn zoon, een begaafde pianist, die in een oude broek zich uitsloofde voor de hopelozen en hen blij liet lachen. Toen een kindje een gat in haar been viel wilde ze alleen door Mark gedragen worden (zie foto). Ze had de dag van haar leven. We hadden zowaar pleisters bij ons. Dank u Heer.

Een paar bendeleden wilden later even kwijt bij Marta, de maatschappelijk werkster die ons meenam naar deze horrorwijk, dat ze wel wisten waar deze ‘gringo’ Mark zijn geld bewaarde (in zijn sok). Ze lieten hem met rust, want de christenen zijn de enigen, die naar hen omzien. Marta en de pastor van een kerkje in Pavuna sparen voor een nieuwe keuken, waardoor ze meer armen van voedsel kunnen voorzien. We hebben er dus weer en goed doel bij.

Bediening in Juramento
Maar de bediening in Juramento is ons hoofddoel. We hebben geld nodig voor herstelwerkzaamheden van het gebouw. En best veel geld en geld voor een of twee beroepskrachten, die de werkzaamheden kunnen starten. Pauline is muziektherapeute en begeleidt al een aantal jaren verschillende kinderen in Juramento. Roseni (ik noem haar een christelijke streetworker) woont middenin de wijk en lenigt de noden van mensen voor zover ze kan. Marta is een goed opgeleide maatschappelijk werkster en werkt momenteel als vrijwilligster mee. Ze is straatarm en heeft geld nodig om zelf te overleven. Fatima, een advocate verricht allerlei hand- en spandiensten en zo zijn er meer betrokkenen bij het werk.
 
Een van mijn taken hier is christenen te vinden, die de projecten in Juramento en in Pavuna financieel willen adopteren. In een Maranatha kerk kregen we gelegenheid te vertellen over dit werk. Ik vertelde het verhaal van de Barmhartige Samaritaan, omdat Jezus daarin zelf uitlegt wie onze naaste is, waar wij naar moeten omzien. De priester en de leviet hielpen de beroofde man niet uit angst zelf beroofd te worden, maar de Samaritaan stopte bij het slachtoffer aan de kant van de weg, legde deze op zijn lastdier en bracht de man naar een herberg, waar hij alles betaalde en regelde. Ik zie in de beroofde man de arme mensen in de favela’s en de daklozen, die overal slapen, waar ze kunnen. Niemand zorgt voor hen, ze moeten maar zien te overleven. Het is een jungle. Om hierin wegwijs te worden moet je van goeden huize komen en wat mij betreft goed opgeleid zijn. Vandaar de behoefte aan beroepskrachten.

Heel veel te doen
Morgen gaan we weer naar een kerk in de hoop iets te mogen oogsten voor het evangelie ten bate van de straatarme mensen in de favela’s. Ik weet inmiddels, dat de favela’s voor de meeste christenen hier een ‘ver van mijn bed show’ is. Je bemoeit je niet met die gevaarlijke mensen. Maar er blijkt een kentering te zijn. Ik hoop en bid, dat ik mijn verhaal zal kunnen doen, maar heb er een zwaar hoofd in. We hebben al heel wat boekjes en Cd’s verkocht en weggegeven in verschillende kerken en groepen, maar van het geld dat we verdienden kunnen de sloten en deuren van ons pand in Juramento nog niet vervangen worden.

Maar voor mij is het echter evident, dat wij als christenen alles moeten doen om de armen te helpen, zodat voorkomen wordt dat kinderen in de criminaliteit terecht komen. Er is nog heel veel te doen.

Marrie van der Feen

Als u Marrie wilt helpen bij haar werk in Juramento en Pavuna kunt u contact met haar opnemen via stichtingpetra@gmail.com