Zolang het vuur maar gaat en blijft branden

0
397
Ongemakkelijk loop ik aan mijn lange zwarte rok te plukken. Hij wil maar niet rechtzitten. Ik vind het maar raar dat vrouwen hier in Roemenië allemaal een rok en een hoofddoek aan moeten als ze naar de kerk gaan. Terwijl ik met mijn rechterhand de onderkant van mijn rok uit mijn laars probeer te trekken voel ik dat mijn groene hoofddoekje heeft besloten om pontificaal van mijn hoofd te glijden. Met mijn linkerhand doe ik een zinloze poging om deze weer te fatsoeneren. Blijkbaar een hilarisch tafereel aangezien mijn vriendin bijna onder het bed ligt van het lachen. “Hier gebruik een speldje, blijft ie veel beter zitten”, hikt ze bijna terwijl ze het desbetreffende speldje naar mijn hoofd gooit.

Door Esther Bolt (Esther staat rechts op de foto).

We zijn met onze jeugdgroep een week in Roemenië om Hanneke van de Spoel, zendeling van onze kerk, te helpen. We bezoeken dagelijks twee kerken en doen allerlei activiteiten met de kinderen. Vandaag is de derde dag en zoals gewoonlijk moeten we opschieten. Struikelend haasten we ons naar de auto. Eenmaal daar houdt Hanneke ons echter staande, “Jullie moeten ook al jullie sieraden af doen, in deze kerk is dat verboden”. Ik kijk haar vragend aan, ik vond de lange rok en het hoofddoekje wel genoeg betreft verplichte dresscode, moet ik ook nog eens al mijn oorbellen en verborgen piercings (niet dat ik die heb) uit doen. In hoeverre heeft dat nou weer met geloof te maken? Hanneke beantwoordt mijn vragende blik, “Sieraden laten zien hoeveel geld je hebt, dat is niet netjes tegenover elkaar en daarom doen ze dat niet in deze kerk”. Oh, het heeft dus ook niks met geloof te maken, maar met respect tegenover elkaar.

De kerk die we vandaag bezoeken staat bovenop een heuvel. De muren in de kerk zijn helder blauw en elke stoel heeft een handgemaakt kussentje. We worden zoals bij elk bezoek ontzettend vriendelijk verwelkomt en geboden om voor in de kerk te gaan zitten.
De dienst begint met gebed en dat doen ze hier op een bijzondere manier. In Roemenië schreeuwt iedereen tijdens het bidden. En dat maakt indruk. Dat ben ik namelijk niet gewend, bij ons in de kerk doen ze dat niet. De voorganger kondigt aan dat er gebeden gaat worden, iedereen staat op en dan schreeuwt iedereen door elkaar heen. Rillingen over mijn rug, maar wat zit daar een passie in. Allemaal voor Hem. Terwijl ik tijdens het gebed stiekem mijn ogen open doe zie ik dat niet iedereen zijn longen uit zijn lijf schreeuwt. De vrouw naast me mompelt geluidloos terwijl ze wat ongemakkelijk van de ene voet op de andere wiebelt. Blijkbaar voelt niet iedereen zich thuis in deze manier van bidden.
 
Ik vraag me af of de Roma’s hun gewoontes uitdragen uit respect voor God, of om elkaar tevreden te stellen. Het geeft me een beetje een nare smaak. Stelt Paulus in de Galaten brief niet dat niemand als rechtvaardige wordt aangenomen door naar de wet te leven, maar juist door het geloof in Jezus Christus? Maar wat me nog meer dwars zit is dat ook christelijk Nederland zo zijn ‘wetten’ heeft. Weliswaar verschillend per gemeente maar toch overal duidelijk aanwezig. In menig traditionele kerk zijn er liederen waarbij geboden wordt om te staan, evangelische gemeenten en pinkstergemeenten raken in vervoering van de geest, doen aan tongentaal en het in de lucht steken van de handen. En zo hebben de kerken in Roemenië dus ook hun eigen manier van kerk-zijn. Maar weer komt de vraag naar boven, doen we dit voor Hem, of doen we dit voor onze omgeving?

Na de dienst kan ik het niet laten om Hanneke nog even aan te stoten. “Hoe ervaar jij die verplichtingen?”. Ze vertelt me dat dat een punt is waar ze verandering in probeert te brengen. Dat ze denkt dat hun gebruiken wat betreft de manieren van kleden niet meer uit respect voor God is maar puur een gewoonte is geworden. Dat hun verbod op sieraden puur en alleen is om elkaar niet te provoceren. Maar dat ze ook denkt dat de Roma’s dat zelf nog niet zo doorhebben, en dat het een langzaam proces is om eenmaal de gewoonte te doorbreken.

Tijdens de reis terug naar onze verblijfplaats in Tatalaua heb ik genoeg denkstof. Als christen hebben we denk ik vaak de neiging om naar de buitenwereld ons te presenteren als de ‘perfecte’ christen om zo een perfect voorbeeld voor elkaar te zijn. Net zoals de Roma’s met bepaalde kledij naar de kerk gaan om elkaar niet voor het hoofd te stoten. Daarbij vergeten we denk ik soms dat het niet alleen om de buitenkant gaat, maar juist om de binnenkant. Hoe is jouw persoonlijke relatie met God, in de dingen die je doet? Spreek je in tongen omdat je buurvrouw in de kerk dat ook doet, of omdat je het gevoel hebt dat God het van je vraagt? Schreeuw je je gebed in de kerk uit omdat iedereen dat doet of omdat je je daar goed bij voelt? Als we de Galaten brief er weer bij pakken zegt Paulus in Galaten 1:10 Probeer ik nu mensen te overtuigen of God? Probeer ik soms mensen te behangen? Als ik dat nog altijd zou doen, zou ik geen dienaar van Christus zijn.

Terwijl we uit de auto stappen zie ik dat een aantal locals zich rond ons kampvuur hebben verzameld. Uit volle borst zingen ze aanbiddingsliederen, uiteraard in het Roemeens. We sluiten aan en omstebeurt zingen we een lied. Dan in het Roemeens, dan in het Nederlands. Wat jongeren van onze groep besluiten er een dansje bij te doen en het Roemeense meisje van de overkant, Lydia, staat voorzichtig op. Het is niet gebruikelijk om in Roemenië in de kerk te dansen. “We zijn niet in de kerk!” lachen we haar in het Engels toe. Even later staan er drie Roemeense meisjes vrolijk mee te dansen. De rest blijft rustig zitten. Een vrouw leest in haar bijbel, de vrouw naast haar, zichtbaar wat ouder, heeft haar ogen dicht en beweegt haar hoofd op de maat van de muziek. Allemaal op onze eigen manier bezig met het prijzen van God. Ik denk dat iedereen zelf het beste weet hoe hun persoonlijke relatie met Hem is. En daarbij denk ik ook dat iedereen op zijn eigen manier aan deze relatie werkt. Is immers niet elke relatie anders? Denk aan uw relatie met uw buurvrouw, de voorganger of uw kinderen. Geen relatie is hetzelfde. Bovendien investeert u in elke relatie anders. Zo is dat denk ik ook met de persoonlijke relatie met God. Natuurlijk hebben wij van God de opdracht gekregen om zijn liefde aan iedereen uit te delen, maar ook dit doet iedereen op zijn eigen manier. Zolang je oprecht wil investeren in een relatie met God, dan geloof ik dat God zijn liefde door jou laat schijnen. En als je persoonlijke relatie goed is, en je naar de buitenwereld misschien wat minder uitgesproken bent in je geloof, dat is allemaal oké, want dan schijnt Gods licht door jou heen. En dan zullen je daden genoeg zeggen. De rust die je over je hebt, de liefde die je uitdeelt en de vrijgevigheid waarnaar je handelt, die zullen mensen aanspreken en nieuwsgierig maken. Galaten 4:18-19 Het is goed als u zich inspant, maar doe dat dan ook voor een goede zaak, en doe het bovendien altijd, dus niet alleen wanneer ik bij u ben. Kinderen, zolang Christus geen gestalte in uw krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u. En als de Roma’s voelen dat ze hun gebeden letterlijk moeten uitschreeuwen, wie zijn wij om daar over te oordelen?

Het doet me denken aan de houtkachels hier in Roemenië. Bobo, de schoonzoon van de voorganger, heeft slechts wat droge houtblokjes nodig om het vuur aan te krijgen. De Nederlandse jongens hier gooien de houtkachel in hun slaapkamer vol met liters benzine terwijl de meisjes rollen wc papier gebruiken om zo wat vonkjes aan te wakkeren. Maar dat is allemaal niet erg, zolang het vuur maar gaat en blijft branden. En zo is dat ook met je relatie met God. Galaten 6:15 Het is volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is, belangrijk is dat men een nieuwe schepping is.