Glorie

0
293
Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking. Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Romeinen 8:17,18

Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig. 2 Corinthiërs 4:17,18

Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen. Filippenzen 3:20,21

En verder: Matthéüs 13:43, Johannes 17:24, Romeinen 2:6,7, Romeinen 8:30, Colossenzen 3:4, 2 Petrus 3:18.